Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. japon:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor japon (Nederlands) in het Engels

japon:

japon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de japon
    the gown; the dress
    • gown [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dress [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor japon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dress japon dracht; gewaad; jurk; jurkje; kleding; kleren; livrei; robe; tenue; uitdossing; uniform; verwachting; zwangerschap
gown japon ambtsgewaad; ambtskleden; ambtskleed; avondjapon; avondjurk; avondtoilet; gewaad; jurk; ornaat; robe; toga
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dress aandoen; aankleden; aantrekken; afwerken; garneren; kleden; opmaken; opsmukken; schotels garneren; uitmonsteren; versieren; zich aankleden; zich kleden; zich tooien

Verwante woorden van "japon":

  • japonnen

Wiktionary: japon

japon
noun
  1. lang kledingstuk voor vrouwen
japon
noun
  1. woman's dress

Cross Translation:
FromToVia
japon gown; robe robe — Traductions à trier