Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: persoonlijkheid

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: persoonlijkheid

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

persoonlijkheid:
- personality
persoonlijk:
- personal; subjective; paradigmatic
Wiktionary:
- persoonlijkheid → personality, identity, character, selfhood
- persoonlijkheid → personality
- persoonlijk → personal, private
- persoonlijk → in the flesh, personal
- persoonlijk → in person

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor persoonlijkheid (Nederlands) in het Engels

persoonlijkheid:

persoonlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de persoonlijkheid (karakter)
the personality
- personality [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor persoonlijkheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
personality	karakter; persoonlijkheid
-	aard; karakter; natuur

Verwante woorden van "persoonlijkheid":

persoonlijkheden, persoonlijk

Synoniemen voor "persoonlijkheid":

aard; karakter; natuur

Verwante definities voor "persoonlijkheid":

manier waarop iets of iemand in elkaar zit¹
- dat gedrag past niet bij zijn persoonlijkheid¹
iemand met een sterk eigen karakter¹
- hij is echt een persoonlijkheid¹

Wiktionary: persoonlijkheid

persoonlijkheid

noun

het geheel van kenmerken en gedragingen dat iemand uniek maakt
- persoonlijkheid → personality

persoonlijkheid

noun

the difference or character that marks off an individual from the rest
- identity → persoonlijkheid
notable or eccentric person
- character → persoonlijkheid
distinguishing feature
- character → karakter; persoonlijkheid
set of qualities that make a person distinct from other people
- personality → persoonlijkheid
-
- personality → persoonlijkheid
personality
- selfhood → persoonlijkheid

Cross Translation:

From	To	Via
• persoonlijkheid	→ personality	↔ Persönlichkeit — die Gesamtheit der persönlichen Eigenschaften eines Menschen

persoonlijkheid vorm van persoonlijk:

persoonlijk bijvoeglijk naamwoord

persoonlijk (subjectief)
personal; subjective; paradigmatic
- personal bijvoeglijk naamwoord
- subjective bijvoeglijk naamwoord
- paradigmatic bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor persoonlijk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
subjective		bloedverwant; familielid
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
paradigmatic	persoonlijk; subjectief	betrekkelijk; relatief
personal	persoonlijk; subjectief	besloten; persoonsgebonden; privé
subjective	persoonlijk; subjectief
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	particulier

Verwante woorden van "persoonlijk":

persoonlijkheid, persoonlijker, persoonlijkere, persoonlijkst, persoonlijkste, persoonlijke

Synoniemen voor "persoonlijk":

particulier; privé

Antoniemen van "persoonlijk":

openbaar; publiek

Verwante definities voor "persoonlijk":

van één persoon, niet van iedereen¹
- dit is het persoonlijke eigendom van Harry¹

Wiktionary: persoonlijk

persoonlijk

adjective

betrekking hebbend of uitgevoerd door de persoon zelf
- persoonlijk → personal

persoonlijk

with one's own body and presence
- in the flesh → persoonlijk; in het vlees

adverb

actually present
- in person → persoonlijk; in het vlees; in persoon

adjective

of or pertaining to a particular person
- personal → persoonlijk
intended only for one's own use
- private → persoonlijk

Cross Translation:

From	To	Via
• persoonlijk	→ personal	↔ personnel — Qui est propre et particulier à chaque personne.

¹Muiswerk Woordenboek