Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omlijnen (Nederlands) in het Engels

omlijnen:

omlijnen werkwoord (omlijn, omlijnt, omlijnde, omlijnden, omlijnd)

  1. omlijnen (afpalen; begrenzen; afbakenen; afzetten)
    to demarcate; to outline; to fence off; to mark out; to clearly define; to define; to map out; to fence in; to trace out; to fence
    • demarcate werkwoord (demarcates, demarcated, demarcating)
    • outline werkwoord (outlines, outlined, outlining)
    • fence off werkwoord (fences off, fenced off, fencing off)
    • mark out werkwoord (marks out, marked out, marking out)
    • clearly define werkwoord (clearlys define, clearly defined, clearly defining)
    • define werkwoord (defines, defined, defining)
    • map out werkwoord (maps out, mapped out, mapping out)
    • fence in werkwoord (fences in, fenced in, fencing in)
    • trace out werkwoord (traces out, traced out, tracing out)
    • fence werkwoord (fences, fenced, fencing)

Conjugations for omlijnen:

o.t.t.
  1. omlijn
  2. omlijnt
  3. omlijnt
  4. omlijnen
  5. omlijnen
  6. onlijnen
o.v.t.
  1. omlijnde
  2. omlijnde
  3. omlijnde
  4. omlijnden
  5. omlijnden
  6. omlijnden
v.t.t.
  1. heb omlijnd
  2. hebt omlijnd
  3. heeft omlijnd
  4. hebben omlijnd
  5. hebben omlijnd
  6. hebben omlijnd
v.v.t.
  1. had omlijnd
  2. had omlijnd
  3. had omlijnd
  4. hadden omlijnd
  5. hadden omlijnd
  6. hadden omlijnd
o.t.t.t.
  1. zal omlijnen
  2. zult omlijnen
  3. zal omlijnen
  4. zullen omlijnen
  5. zullen omlijnen
  6. zullen omlijnen
o.v.t.t.
  1. zou omlijnen
  2. zou omlijnen
  3. zou omlijnen
  4. zouden omlijnen
  5. zouden omlijnen
  6. zouden omlijnen
diversen
  1. omlijn!
  2. omlijnt!
  3. omlijnd
  4. omlijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omlijnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fence afrastering; afscheiding; afschutting; handelaar in gestolen goederen; hek; hekwerk; heler; omheining; omrastering; rasterwerk; schutting
fence in afrastering; omheining; omrastering
fence off afrastering; omheining; omrastering
outline afmeting van omlijning; aftekening; basislijn; contour; grondlijn; hoofdlijn; hoofdlijn in plan of verhaal; omlijning; omtrek; overzicht; tekening; vorm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clearly define afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen uitstippelen; uitzetten
define afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen aanduiden; aangeven; bepalen; beschrijven; definiëren; iets aanwijzen; indiceren; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; mededelen; nader omschrijven; omschrijven; preciseren; typeren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; wijzen; zeggen
demarcate afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen dichten; dichtmaken; dichtstoppen; stoppen
fence afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen schermen
fence in afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen afdekken; afschermen; afschutten; beschermen; beschutten; omheinen
fence off afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen afdekken; afschermen; afschutten; beschermen; beschutten; dichten; dichtmaken; dichtstoppen; omheinen; stoppen
map out afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen
mark out afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen
outline afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen afschilderen; bepalen; beschrijven; definiëren; kort weergeven; omschrijven; samenvatten; schetsen
trace out afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; omlijnen krabbelen