Nederlands
Uitgebreide vertaling voor flambouw (Nederlands) in het Engels
flambouw:
Vertaal Matrix voor flambouw:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flaming torch | fakkel; flambouw; toorts | |
flare | fakkel; flambouw; toorts | lichtgranaat; lichtkogel; olifantspijp; signaalvlam; soulpijp; wijde broekspijp |
torch | fakkel; flambouw; toorts | zaklamp; zaklantaarn |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flare | flikkeren; fonkelen; glanzen; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen |