Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afschilderen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afschilderen (Nederlands) in het Engels

afschilderen:

afschilderen werkwoord (schilder af, schildert af, schilderde af, schilderden af, afgeschilderd)

  1. afschilderen (doen lijken)
    to depict; to portray; to paint; to picture; to describe
    • depict werkwoord (depicts, depicted, depicting)
    • portray werkwoord (portrays, portrayed, portraying)
    • paint werkwoord (paints, painted, painting)
    • picture werkwoord (pictures, pictured, picturing)
    • describe werkwoord (describes, described, describing)
  2. afschilderen (beschrijven; omschrijven; schetsen)
    to describe; to sketch; to outline
    • describe werkwoord (describes, described, describing)
    • sketch werkwoord (sketches, sketched, sketching)
    • outline werkwoord (outlines, outlined, outlining)

Conjugations for afschilderen:

o.t.t.
  1. schilder af
  2. schildert af
  3. schildert af
  4. schilderen af
  5. schilderen af
  6. schilderen af
o.v.t.
  1. schilderde af
  2. schilderde af
  3. schilderde af
  4. schilderden af
  5. schilderden af
  6. schilderden af
v.t.t.
  1. heb afgeschilderd
  2. hebt afgeschilderd
  3. heeft afgeschilderd
  4. hebben afgeschilderd
  5. hebben afgeschilderd
  6. hebben afgeschilderd
v.v.t.
  1. had afgeschilderd
  2. had afgeschilderd
  3. had afgeschilderd
  4. hadden afgeschilderd
  5. hadden afgeschilderd
  6. hadden afgeschilderd
o.t.t.t.
  1. zal afschilderen
  2. zult afschilderen
  3. zal afschilderen
  4. zullen afschilderen
  5. zullen afschilderen
  6. zullen afschilderen
o.v.t.t.
  1. zou afschilderen
  2. zou afschilderen
  3. zou afschilderen
  4. zouden afschilderen
  5. zouden afschilderen
  6. zouden afschilderen
diversen
  1. schilder af!
  2. schildert af!
  3. afgeschilderd
  4. afschilderende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afschilderen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afschilderen (afbeelden)
    the portraying; the painting

Vertaal Matrix voor afschilderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
outline afmeting van omlijning; aftekening; basislijn; contour; grondlijn; hoofdlijn; hoofdlijn in plan of verhaal; omlijning; omtrek; overzicht; tekening; vorm
paint verf
painting afbeelden; afschilderen beschilderen; doek; het verven; schilderen; schilderij; schildering; schilderkunst; schilderstuk; tableau; verven
picture afbeelden; afbeelding; beeld; descriptie; digitale afbeelding; doek; levendige beschrijving; nadere beschrijving; omschrijving; plaatje; portret; prent; rolprent; scene; schilderij; schildering; schilderstuk; speelfilm; tableau; tafereel; uitbeelding
portraying afbeelden; afschilderen uitschilderen
sketch schets; schetstekening; tekening
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
depict afschilderen; doen lijken afbeelden; beschrijven; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; mededelen; portretteren; schilderen; tekenen; typeren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
describe afschilderen; beschrijven; doen lijken; omschrijven; schetsen beschrijven; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; mededelen; typeren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen
outline afschilderen; beschrijven; omschrijven; schetsen afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; definiëren; kort weergeven; omlijnen; omschrijven; samenvatten
paint afschilderen; doen lijken afbeelden; beschilderen; lakken; portretteren; schilderen; tekenen; verven
picture afschilderen; doen lijken visualiseren
portray afschilderen; doen lijken afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen; uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
sketch afschilderen; beschrijven; omschrijven; schetsen afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen

Wiktionary: afschilderen

afschilderen
verb
  1. een meestal niet geheel terechte weergave van iets of iemand geven

Cross Translation:
FromToVia
afschilderen bespeak; betoken; characterise; characterize; denote; depict; describe; distinguish; paint; plot; portray; represent zeichnen(transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen
afschilderen paint dépeindredécrire et représenter par le discours.
afschilderen paint peindreenduire ou couvrir de peinture, de couleur ou de pigments.

Computer vertaling door derden: