Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: ontledend

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: ontledend

Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ontleden:
  2. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontledend (Nederlands) in het Engels

ontleden:

ontleden werkwoord (ontleed, ontleedt, ontleedde, ontleedden, ontleden)

  1. ontleden (analyseren)
    to analyse; to dissect; to anatomize; to analyze; to anatomise
    • analyse werkwoord, Brits (analyses, analysed, analysing)
    • dissect werkwoord (dissects, dissected, dissecting)
    • anatomize werkwoord, Amerikaans (anatomizes, anatomized, anatomizing)
    • analyze werkwoord, Amerikaans
    • anatomise werkwoord, Brits
  2. ontleden (anatomiseren; uit elkaar nemen)
    to dissect; to dismantle; to take apart; to pull down
    • dissect werkwoord (dissects, dissected, dissecting)
    • dismantle werkwoord (dismantles, dismantled, dismantling)
    • take apart werkwoord (takes apart, took apart, taking apart)
    • pull down werkwoord (pulls down, pulled down, pulling down)

Conjugations for ontleden:

o.t.t.
  1. ontleed
  2. ontleedt
  3. ontleedt
  4. ontleden
  5. ontleden
  6. ontleden
o.v.t.
  1. ontleedde
  2. ontleedde
  3. ontleedde
  4. ontleedden
  5. ontleedden
  6. ontleedden
v.t.t.
  1. heb ontleden
  2. hebt ontleden
  3. heeft ontleden
  4. hebben ontleden
  5. hebben ontleden
  6. hebben ontleden
v.v.t.
  1. had ontleden
  2. had ontleden
  3. had ontleden
  4. hadden ontleden
  5. hadden ontleden
  6. hadden ontleden
o.t.t.t.
  1. zal ontleden
  2. zult ontleden
  3. zal ontleden
  4. zullen ontleden
  5. zullen ontleden
  6. zullen ontleden
o.v.t.t.
  1. zou ontleden
  2. zou ontleden
  3. zou ontleden
  4. zouden ontleden
  5. zouden ontleden
  6. zouden ontleden
en verder
  1. ben ontleden
  2. bent ontleden
  3. is ontleden
  4. zijn ontleden
  5. zijn ontleden
  6. zijn ontleden
diversen
  1. ontleed!
  2. ontleedt!
  5. ontleden
  6. ontledend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ontleden [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ontleden (analyse; analyseren)
    the analysis; the analysing; the dissection

Vertaal Matrix voor ontleden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
analysing analyse; analyseren; ontleden
analysis analyse; analyseren; ontleden analyse; boekbespreking; inspectie; navorsing; onderzoek; recensie
dissection analyse; analyseren; ontleden autopsie; lijkschouwing; sectie
pull down omhalen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
analyse analyseren; ontleden
analyze analyseren; ontleden
anatomise analyseren; ontleden
anatomize analyseren; ontleden
dismantle anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen demonteren; liquideren; ontmantelen; onttakelen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uitroeien
dissect analyseren; anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen
pull down anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen afbreken; breken; erafhalen; fel bekritiseren; neerhalen; omlaaghalen; omverhalen; omvertrekken; slopen; uit elkaar halen
take apart anatomiseren; ontleden; uit elkaar nemen

Wiktionary: ontleden

ontleden
verb
  1. anatomiseren, analyseren
ontleden
verb
  1. to study a dead animal's anatomy by cutting it apart
  2. resolve into its elements (grammar)
  3. have a computer program split a file or other input into bits of data that can be easily stored or manipulated
Cross Translation:
FromToVia
• ontleden → analyse; analyze; assay; construe; parse ↔ analyser — examiner en ses différentes parties.
• ontleden → dissociate; take apart; atomize ↔ dissocier — séparer des éléments qui étaient associés.
• ontleden → resolve ↔ résoudre — Décomposer un corps en ses éléments.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0429 seconde
Page rendered in 1.0 seconds