Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. handhaving:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor handhaving (Nederlands) in het Engels

handhaving:

handhaving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de handhaving (behoud)
    the preservation; the maintenance
  2. de handhaving (instandhouding; conservatie; behoud)
    the preservation; the assertion; the maintenance; the conservation

Vertaal Matrix voor handhaving:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assertion behoud; conservatie; handhaving; instandhouding beweren; bewering; stelling
conservation behoud; conservatie; handhaving; instandhouding
maintenance behoud; conservatie; handhaving; instandhouding kost; onderhoud; onderhoudsgeld; verpleging; verschaffing; verzorging; voedsel; voorziening; zorg
preservation behoud; conservatie; handhaving; instandhouding berging; bewaarplaats; verduurzaming

Wiktionary: handhaving

handhaving
noun
  1. keeping a machine in service
  2. act of enforcing; compulsion

Cross Translation:
FromToVia
handhaving charge; custody; guard; watch; on watch; duty period; marshal; watchman; warden; warder garde — Traductions à trier suivant le sens