Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. groef:
  2. graven:
  3. groeven:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor groef (Nederlands) in het Engels

groef:

groef [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de groef (langwerpige uitholling; groeve)
    the groove; the furrow
    • groove [the ~] zelfstandig naamwoord
    • furrow [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de groef (inkeping; kloof; reet; )
    the gap; the cavity; the interstice; the cut-away; the opening; the hole; the crevice; the gash; the fissure; the cleft; the cranny; the saving
    • gap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cavity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • interstice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cut-away [the ~] zelfstandig naamwoord
    • opening [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hole [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crevice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fissure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cleft [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cranny [the ~] zelfstandig naamwoord
    • saving [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor groef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cavity barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing cariës; compartiment; coupé; hol; holle ruimte; holte; kuil; muurnis; niche; nis; uitholling
cleft barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing bergkloof; bergspleet; gleuf; kier; kloof; kuiltje; opening; ravijn; rotskloof; rotsspleet; sleuf; spouw
cranny barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
crevice barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
cut-away barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing
fissure barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing gleuf; kier; kloof; opening; ravijn; rotsspleet; sleuf; spleet; splijting; tussenruimte; uitsparing
furrow groef; groeve; langwerpige uitholling gezichtsrimpel; rimpel; vore
gap barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing gaping; gebrek; gleuf; hiaat; interim; kier; lacune; leegte; leemte; manco; onderbreking; opening; sleuf; tussenpoos; tussentijd; zwakheid
gash barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing hak; houw; houwen; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; japen; keep; kerf; slag met een scherp werktuig; snede; sneden; snee
groove groef; groeve; langwerpige uitholling geul; gleuf; inkeping; inkerving; keep; kerf; kerfsnede; kier; langwerpige uitholling; opening; sleuf; vaargeul
hole barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing aars; anus; gaatje; gat; hol; hol van een dier; kuil; leger; lek; lekken; nest; schuilplaats; uitholling; waterlek
interstice barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing
opening barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing aanvang; afzetgebied; afzetmarkt; begin; bijt; inzet; kloof; ontsluiten; ontsluiting; opening; openlegging; openmaken; openstelling; spleet; start; tussenruimte; uitsparing; wak
saving barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing bekorting; bergen; besnoeiing; besparing; bewaren; bezuiniging; inkrimping; kostenbesparing; verkorting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groove groeven; inkerven; insnijden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cleft gespleten; gevorkt
opening inleidend; introducerend; voorafgaand; voorgaand

Verwante woorden van "groef":


Wiktionary: groef

groef
noun
  1. deep wrinkle in the skin of the face

Cross Translation:
FromToVia
groef slot; chamfer; groove; fluting; rifling cannelure — Translations
groef ditch fossé — fosse creusée pour enfermer, ou pour faire écouler les eaux
groef slot; chamfer; groove; fluting; rifling rainure — mécanique|fr Petite entaille faite en long sur l’épaisseur d’une pièce mécanique, pour y assembler une autre pièce, ou pour servir à une coulisse.
groef furrow; wrinkle; slot; chamfer; groove; fluting; rifling sillontranchée que le soc, le coutre de la charrue ouvre dans la terre qu’on laboure.

graven:

graven werkwoord (graaf, graaft, groef, groeven, gegraven)

  1. graven (delven)
    to dig
    • dig werkwoord (digs, dug, digging)
  2. graven (opgraven; scheppen; opdelven)
    to excavate; to dig up; to dig out; to exhume; to unearth; to expose; to open up; to lay open
    • excavate werkwoord (excavates, excavated, excavating)
    • dig up werkwoord (digs up, digged up, digging up)
    • dig out werkwoord (digs out, digged out, digging out)
    • exhume werkwoord (exhumes, exhumed, exhuming)
    • unearth werkwoord (unearths, unearthed, unearthing)
    • expose werkwoord (exposes, exposed, exposing)
    • open up werkwoord (opens up, opened up, opening up)
    • lay open werkwoord (lays open, laid open, laying open)

Conjugations for graven:

o.t.t.
  1. graaf
  2. graaft
  3. graaft
  4. graven
  5. graven
  6. graven
o.v.t.
  1. groef
  2. groef
  3. groef
  4. groeven
  5. groeven
  6. groeven
v.t.t.
  1. heb gegraven
  2. hebt gegraven
  3. heeft gegraven
  4. hebben gegraven
  5. hebben gegraven
  6. hebben gegraven
v.v.t.
  1. had gegraven
  2. had gegraven
  3. had gegraven
  4. hadden gegraven
  5. hadden gegraven
  6. hadden gegraven
o.t.t.t.
  1. zal graven
  2. zult graven
  3. zal graven
  4. zullen graven
  5. zullen graven
  6. zullen graven
o.v.t.t.
  1. zou graven
  2. zou graven
  3. zou graven
  4. zouden graven
  5. zouden graven
  6. zouden graven
en verder
  1. is gegraven
  2. zijn gegraven
diversen
  1. graaf!
  2. graaft!
  3. gegraven
  4. gravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor graven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dig delven; graven een por geven; omgraven; omploegen; omspitten; omwerken; ploegen; porren; spitten; stoten
dig out graven; opdelven; opgraven; scheppen
dig up graven; opdelven; opgraven; scheppen afgraven; opduikelen; opscharrelen; opsnorren; opsnuffelen; rooien; uitvissen
excavate graven; opdelven; opgraven; scheppen uitgraven
exhume graven; opdelven; opgraven; scheppen uitgraven
expose graven; opdelven; opgraven; scheppen aanschouwelijk maken; beschikbaar maken; bloot stellen aan; blootleggen; demonstreren; onthullen; ontluiken; ontmaskeren; opbloeien; veraanschouwelijken; zich ontsluiten
lay open graven; opdelven; opgraven; scheppen
open up graven; opdelven; opgraven; scheppen koloniseren; ontgrendelen; ontsluiten; opendoen; opendraaien; openen; openmaken; settelen; vestigen
unearth graven; opdelven; opgraven; scheppen aangetroffen worden

Wiktionary: graven

graven
verb
  1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig
    • gravendig
graven
verb
  1. dig
  2. to investigate closer
  3. to move hard-packed earth out of the way
  4. rummage, root out

Cross Translation:
FromToVia
graven dig; grub; spade creuser — Faire un trou, un orifice.

groef vorm van groeven:

groeven werkwoord (groef, groeft, groefde, groefden, gegroefd)

  1. groeven (inkerven; insnijden)
    to incise; to groove; to score
    • incise werkwoord (incises, incised, incising)
    • groove werkwoord (grooves, grooved, grooving)
    • score werkwoord (scores, scored, scoring)

Conjugations for groeven:

o.t.t.
  1. groef
  2. groeft
  3. groeft
  4. groeven
  5. groeven
  6. groeven
o.v.t.
  1. groefde
  2. groefde
  3. groefde
  4. groefden
  5. groefden
  6. groefden
v.t.t.
  1. heb gegroefd
  2. hebt gegroefd
  3. heeft gegroefd
  4. hebben gegroefd
  5. hebben gegroefd
  6. hebben gegroefd
v.v.t.
  1. had gegroefd
  2. had gegroefd
  3. had gegroefd
  4. hadden gegroefd
  5. hadden gegroefd
  6. hadden gegroefd
o.t.t.t.
  1. zal groeven
  2. zult groeven
  3. zal groeven
  4. zullen groeven
  5. zullen groeven
  6. zullen groeven
o.v.t.t.
  1. zou groeven
  2. zou groeven
  3. zou groeven
  4. zouden groeven
  5. zouden groeven
  6. zouden groeven
en verder
  1. is gegroefd
  2. zijn gegroefd
diversen
  1. groef!
  2. groeft!
  3. gegroefd
  4. groevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

groeven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de groeven (smalle uithollingen; gleuven; sleuven)
    the grooves; the hollows
    • grooves [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hollows [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor groeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groove geul; gleuf; groef; groeve; inkeping; inkerving; keep; kerf; kerfsnede; kier; langwerpige uitholling; opening; sleuf; vaargeul
grooves gleuven; groeven; sleuven; smalle uithollingen
hollows gleuven; groeven; sleuven; smalle uithollingen
score gelag; inkeping; inkerving; keep; kerf; muziekboek; puntentelling; score; tel; tellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groove groeven; inkerven; insnijden
incise groeven; inkerven; insnijden graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen
score groeven; inkerven; insnijden aantallen afstrepen; creneleren; insnijden; scoren; turven

Verwante woorden van "groeven":