Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vermaak (Nederlands) in het Engels

vermaak:

vermaak [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vermaak (vertier; amusement; verstrooiing; vermakelijkheid)
    the entertainment; the amusement; the diversion

Vertaal Matrix voor vermaak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amusement amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier genoegen; genot; hilariteit; jool; leut; lust; plezier; pret
diversion amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier afleiding; afleidingsmanoeuvre; afwijking
entertainment amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier amuseren; entertainment; vermaken

Wiktionary: vermaak

vermaak
noun
  1. activity designed to give pleasure or relaxation

Cross Translation:
FromToVia
vermaak trigger; relaxation; detente; distraction; diversion; entertainment; recreation; amusement; fun; pleasure détentediminution progressif de la pression d’un gaz ou d’une vapeur qui augmenter de volume, ou bien de la tension d’un ressort qui revient à son équilibre.
vermaak fun; pleasure; appeal plaisirsentiment, sensation agréable.
vermaak recreation; distraction; diversion; entertainment; amusement; fun; pleasure récréation — Occupation, exercice qui fait diversion au travail et qui sert de délassement.

vermaken:

vermaken werkwoord (vermaak, vermaakt, vermaakde, vermaakden, vermaakt)

  1. vermaken (iemand amuseren; bezig houden)
    to divert; to amuse; entertain someone
  2. vermaken (legateren; nalaten; vererven)
    to devise; to bequeath; dispose of by will
  3. vermaken (iemand iets nalaten; nalaten)
    to leave behind
    • leave behind werkwoord (leaves behind, left behind, leaving behind)

Conjugations for vermaken:

o.t.t.
  1. vermaak
  2. vermaakt
  3. vermaakt
  4. vermaken
  5. vermaken
  6. vermaken
o.v.t.
  1. vermaakde
  2. vermaakde
  3. vermaakde
  4. vermaakden
  5. vermaakden
  6. vermaakden
v.t.t.
  1. heb vermaakt
  2. hebt vermaakt
  3. heeft vermaakt
  4. hebben vermaakt
  5. hebben vermaakt
  6. hebben vermaakt
v.v.t.
  1. had vermaakt
  2. had vermaakt
  3. had vermaakt
  4. hadden vermaakt
  5. hadden vermaakt
  6. hadden vermaakt
o.t.t.t.
  1. zal vermaken
  2. zult vermaken
  3. zal vermaken
  4. zullen vermaken
  5. zullen vermaken
  6. zullen vermaken
o.v.t.t.
  1. zou vermaken
  2. zou vermaken
  3. zou vermaken
  4. zouden vermaken
  5. zouden vermaken
  6. zouden vermaken
diversen
  1. vermaak!
  2. vermaakt!
  3. vermaakt
  4. vermakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vermaken [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vermaken (amuseren)
    the amusing; the entertaining; the entertainment

Vertaal Matrix voor vermaken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amusing amuseren; vermaken amuseren
entertaining amuseren; vermaken
entertainment amuseren; vermaken amusement; entertainment; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amuse bezig houden; iemand amuseren; vermaken verlustigen
bequeath legateren; nalaten; vererven; vermaken
devise legateren; nalaten; vererven; vermaken bedenken; beramen; fantaseren; plan beramen; plannen; ramen; schatten; taxeren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden; zinnen
dispose of by will legateren; nalaten; vererven; vermaken
divert bezig houden; iemand amuseren; vermaken afkeren; afwenden; concluderen; iets afleiden uit; omleggen; omleiden; verlustigen
entertain someone bezig houden; iemand amuseren; vermaken
leave behind iemand iets nalaten; nalaten; vermaken achterlaten; nalaten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amusing amusant; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; onderhoudend; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uiig; uitgelaten; vermakelijk; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
entertaining amusant; onderhoudend; vermakelijk

Wiktionary: vermaken

vermaken
verb
  1. iemand prettig en leuk bezighouden
  2. een kledingstuk veranderen
  3. iets in een testament toebedelen
vermaken
verb
  1. to amuse

Cross Translation:
FromToVia
vermaken entertain; amuse amuserdivertir par des choses agréables.
vermaken turn; amend; shift changer — à trier
vermaken transform; change; turn; alter; amend; convert; shift transformermétamorphoser, donner à une personne ou à une chose une autre forme que celle qui lui est propre ou qu’elle avait précédemment.