Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nep:
  2. neppen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor nep:
    • phony


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nep (Nederlands) in het Engels

nep:

nep bijvoeglijk naamwoord

  1. nep (vervalst)
    fake; forged; copied
    • fake bijvoeglijk naamwoord
    • forged bijvoeglijk naamwoord
    • copied bijvoeglijk naamwoord

nep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de nep (namaak; imitatie; nabootsing)
    the imitation; the counterfeit; the forgery; the fake; the falsification; the adulteration
  2. de nep (zwendelarij; bedrog; oplichterij; knoeierij)
    the fraud; the swindling; the cheating; the mess
    • fraud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swindling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cheating [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mess [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adulteration imitatie; nabootsing; namaak; nep falsificatie; vervalsing
cheating bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij bedrog; fopperij; fraude; leugen; malversatie; misleiding; onregelmatigheden; ontvreemding; onwaarheid; oplichterij; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
counterfeit imitatie; nabootsing; namaak; nep falsificatie; vervalsing
fake imitatie; nabootsing; namaak; nep falsificatie; vervalsing
falsification imitatie; nabootsing; namaak; nep
forgery imitatie; nabootsing; namaak; nep falsificatie; vervalsing
fraud bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij bedrog; fraude; fraudeur; gezwendel; malversatie; misleiding; onregelmatigheden; ontvreemding; oplichterij; oplichting; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel; zwendelaar; zwendelarij
imitation imitatie; nabootsing; namaak; nep iemand nadoen; imitatie; nabootsing; navolging; uitbeelding; verpersonificatie; vertolking
mess bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij bende; berg; bocht; chaos; geklieder; heisa; heksenketel; hoop; keet; kliederboel; kliederen; knoeiboel; knoeierij; opeenhoping; puinhoop; puinzooi; regelloosheid; rommel; rompslomp; rotzooi; smeerboel; smerig spul; soepzootje; toestand; troep; veel gedoe; wanorde; wanordelijkheid; warboel; warhoop; warwinkel; zooi; zootje
swindling bedrog; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij bedriegerij; bedrog; fraude; leugenarij; malversatie; misleiding; onregelmatigheden; ontvreemding; oplichterij; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
counterfeit falsificeren; kopiëren; nabootsen; namaken; vervalsen
mess aanklooien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; kladden; klooien; knoeien; morsen; rotzooien; verdoen; verspillen; vlekken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fake nep; vervalst namaak; navolging
forged nep; vervalst
imitation namaak; navolging
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copied nep; vervalst afgekeken; afgeschreven; afgezien; gespiekt; overgeschreven

Verwante woorden van "nep":


Wiktionary: nep

nep
adjective
  1. onecht, vals
nep
adjective
  1. phony, obviously of flimsy credibility
  2. not real
  3. intended to deceive or carry appearance of being genuine
  4. spurious, lacking genuinity of authenticity
  5. of abnormal, irregular or otherwise inferior qualities (size, shape etc.)
noun
  1. variation that is not genuine
  2. fake, imitation

Cross Translation:
FromToVia
nep false; fake falschnachmachen
nep fake toc — (familier, fr) faux, objet prétendument ancien qui n’offre aucun caractère d’authenticité.

neppen:

neppen werkwoord (nep, nept, nepte, nepten, genept)

  1. neppen
    to cheat; to swindle; to con
    • cheat werkwoord (cheats, cheated, cheating)
    • swindle werkwoord (swindles, swindled, swindling)
    • con werkwoord (cons, conned, conning)

Conjugations for neppen:

o.t.t.
  1. nep
  2. nept
  3. nept
  4. neppen
  5. neppen
  6. neppen
o.v.t.
  1. nepte
  2. nepte
  3. nepte
  4. nepten
  5. nepten
  6. nepten
v.t.t.
  1. heb genept
  2. hebt genept
  3. heeft genept
  4. hebben genept
  5. hebben genept
  6. hebben genept
v.v.t.
  1. had genept
  2. had genept
  3. had genept
  4. hadden genept
  5. hadden genept
  6. hadden genept
o.t.t.t.
  1. zal neppen
  2. zult neppen
  3. zal neppen
  4. zullen neppen
  5. zullen neppen
  6. zullen neppen
o.v.t.t.
  1. zou neppen
  2. zou neppen
  3. zou neppen
  4. zouden neppen
  5. zouden neppen
  6. zouden neppen
en verder
  1. ben genept
  2. bent genept
  3. is genept
  4. zijn genept
  5. zijn genept
  6. zijn genept
diversen
  1. nep!
  2. nept!
  3. genept
  4. neppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor neppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheat chantage; flessentrekker; misleider
con gezwendel; oplichterij; oplichting; verlakkerij; zwendel; zwendelarij
swindle boerenbedrog; fraude; gezwendel; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; oplichterij; oplichting; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; verlakkerij; zwendel; zwendelarij
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheat neppen afzetten; bedonderen; bedotten; bedriegen; beduvelen; belazeren; besodemieteren; misleiden; oplichten; tillen; verneuken; zwendelen
con neppen
swindle neppen afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; besodemieteren; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; misleiden; oplichten; te pakken nemen; voor de gek houden; zwendelen

Verwante woorden van "neppen":