Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- mogen:
-
Wiktionary:
- mogen → may, can
- mogen → may, appreciate, enjoy, fancy, think highly of, prize, think well of, have a high regard for, cherish, like, love, appraise, estimate, rate, assay, assess, evaluate, gauge, judge, value, esteem, can, be able to
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mogen (Nederlands) in het Engels
mogen:
-
mogen
Conjugations for mogen:
o.t.t.
- mag
- mag
- mag
- mogen
- moogt
- mogen
o.v.t.
- mocht
- mocht
- mocht
- mochten
- mochten
- mochten
v.t.t.
- heb gemogen
- hebt gemogen
- heeft gemogen
- hebben gemogen
- hebben gemogen
- hebben gemogen
v.v.t.
- had gemogen
- had gemogen
- had gemogen
- hadden gemogen
- hadden gemogen
- hadden gemogen
o.t.t.t.
- zal mogen
- zult mogen
- zal mogen
- zullen mogen
- zullen mogen
- zullen mogen
o.v.t.t.
- zou mogen
- zou mogen
- zou mogen
- zouden mogen
- zouden mogen
- zouden mogen
diversen
- mag!
- moogt!
- gemogen
- mogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor mogen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
be allowed to | mogen | verlof hebben |
have permission | mogen | verlof hebben |
may | mogen | iets mogen; verlof hebben |
Antoniemen van "mogen":
Verwante definities voor "mogen":
Wiktionary: mogen
mogen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mogen | → may | ↔ dürfen — Modalverb (mit Infinitiv): die Erlaubnis haben, etwas zu tun |
• mogen | → appreciate; enjoy; fancy; think highly of; prize; think well of; have a high regard for; cherish | ↔ aimer — ressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose. |
• mogen | → appreciate; like; enjoy; fancy; love; think highly of; prize; think well of; have a high regard for; appraise; estimate; rate; assay; assess; evaluate; gauge; judge; value; esteem | ↔ apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général). |
• mogen | → appreciate; like; enjoy; fancy; love; appraise; rate; assay; evaluate; gauge | ↔ estimer — priser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur. |
• mogen | → can; be able to; may | ↔ pouvoir — Être capable, avoir la faculté, être en état de |