Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. illusionist:
  2. Wiktionary:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. illusionist:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor illusionist (Nederlands) in het Engels

illusionist:

illusionist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de illusionist (iemand die goochelt; goochelaarster; magiër; goochelaar; kunstenmaker)
    the magician; the illusionist

Vertaal Matrix voor illusionist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
illusionist goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër
magician goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër duivelskunstenaar; tovenaar; zwarte magiër

Verwante woorden van "illusionist":

  • illusionisten

Wiktionary: illusionist

illusionist
noun
  1. performer of tricks



Engels

Uitgebreide vertaling voor illusionist (Engels) in het Nederlands

illusionist:

illusionist [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the illusionist (magician)
    goochelaarster; de magiër; de goochelaar; iemand die goochelt; de illusionist; de kunstenmaker

Vertaal Matrix voor illusionist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goochelaar illusionist; magician
goochelaarster illusionist; magician
iemand die goochelt illusionist; magician
illusionist illusionist; magician
kunstenmaker illusionist; magician
magiër illusionist; magician
- conjurer; conjuror; magician; prestidigitator; seer; visionary

Verwante woorden van "illusionist":

  • illusionists

Synoniemen voor "illusionist":


Verwante definities voor "illusionist":

  1. someone who performs magic tricks to amuse an audience1
  2. a person with unusual powers of foresight1