Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. boemelaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boemelaar (Nederlands) in het Engels

boemelaar:

boemelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boemelaar (zwelger; slemper)
    the reveller; the carouser; the feaster; the reveler
    • reveller [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • carouser [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feaster [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reveler [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor boemelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
carouser boemelaar; slemper; zwelger
feaster boemelaar; slemper; zwelger
reveler boemelaar; slemper; zwelger
reveller boemelaar; slemper; zwelger

Verwante woorden van "boemelaar":

  • boemelaars

Wiktionary: boemelaar


Cross Translation:
FromToVia
boemelaar carouser; guzzler bambocheur — (vieilli) désuet|fr marionnettiste.