Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. arbiter:
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. arbiter:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor arbiter (Engels) in het Nederlands

arbiter:

arbiter [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the arbiter (referee; arbitrator; umpire; ref)
    de scheidsrechter; de scheidsman; de kamprechter

Vertaal Matrix voor arbiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kamprechter arbiter; arbitrator; ref; referee; umpire
scheidsman arbiter; arbitrator; ref; referee; umpire
scheidsrechter arbiter; arbitrator; ref; referee; umpire arbitrator; referee; umpire
- arbitrator; supreme authority; umpire

Verwante woorden van "arbiter":


Synoniemen voor "arbiter":


Verwante definities voor "arbiter":

  1. someone chosen to judge and decide a disputed issue1
    • the critic was considered to be an arbiter of modern literature1
  2. someone with the power to settle matters at will1
    • she was the final arbiter on all matters of fashion1

Wiktionary: arbiter

arbiter
noun
  1. sport|nld scheidsrechter bij een wedstrijd