Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: maatregel

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: maatregel

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

maatregel:
- measure; provision; facility; decree; supply; decision
Wiktionary:
- maatregel → measure, move
- maatregel → measure

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maatregel (Nederlands) in het Engels

maatregel:

maatregel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de maatregel (voorziening; schikking)
the measure; the provision; the facility; the decree; the supply; the decision
- measure [the ~] zelfstandig naamwoord
- provision [the ~] zelfstandig naamwoord
- facility [the ~] zelfstandig naamwoord
- decree [the ~] zelfstandig naamwoord
- supply [the ~] zelfstandig naamwoord
- decision [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor maatregel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
decision	maatregel; schikking; voorziening	beslissing; discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; raadsbesluit; tucht
decree	maatregel; schikking; voorziening	afkondiging; arrest; beslissing; besluit; besluiten; decreet; raadsbesluit; regeringsbesluit; uitvaardiging
facility	maatregel; schikking; voorziening	accommodatie; faciliteit; onderbrenging; onderdak; verschaffing; voorziening
measure	maatregel; schikking; voorziening	afmeting; beslissing; dimensie; formaat; gematigdheid; grootte; ingetogenheid; maat; maatbeker; maateenheid; maatstaf; mate; matigheid; norm; omvang; raadsbesluit; standaard; stemmigheid
provision	maatregel; schikking; voorziening	boekhoudkundige reserve; levensmiddel; verpleging; verschaffing; verzorging; voorziening; zorg
supply	maatregel; schikking; voorziening	aanvoer; afgifte; aflevering; bezorging; geleverde; leverantie; levering; toevoer; uitlevering; voorziening; zending
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
decree		afkondigen; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdragen; uitvaardigen; verordenen; verordonneren
measure		diepte bepalen; meten; opmeten; peilen
provision		bevoorraden; inrichten
supply		aanleveren; afleveren; bestellen; bevoorraden; bezorgen; brengen; leveren; overhandigen; rondbrengen; thuisbezorgen; toedragen; toeleveren; toevoeren; verschaffen; verstrekken; versturen; zenden

Verwante woorden van "maatregel":

maatregelen, maatregels

Verwante definities voor "maatregel":

voorschrift waarmee je iets probeert te bereiken¹
- hij mag niet naar huis met de kerst, dat is een harde maatregel¹

Wiktionary: maatregel

maatregel

noun

iets dat wordt beslist om een doel te treffen
- maatregel → measure

maatregel

noun

an act for the attainment of an object or purpose
- move → stap; maatregel
tactic or strategy
- measure → maatregel

Cross Translation:

From	To	Via
• maatregel	→ measure	↔ Maßnahme — zweckbestimmte Handlung

¹Muiswerk Woordenboek