Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. achterblijver:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor achterblijver (Nederlands) in het Engels

achterblijver:

achterblijver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de achterblijver (uitvaller; achtergeblevene)
    the straggler; the laggard; the trailer; the back marker

Vertaal Matrix voor achterblijver:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
back marker achterblijver; achtergeblevene; uitvaller
laggard achterblijver; achtergeblevene; uitvaller hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
straggler achterblijver; achtergeblevene; uitvaller
trailer achterblijver; achtergeblevene; uitvaller bijwagen; oplegger

Verwante woorden van "achterblijver":

  • achterblijvers

Wiktionary: achterblijver

achterblijver
noun
  1. one who lags behind
  2. one who falls behind the rest