Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. olijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor olijk (Nederlands) in het Engels

olijk:

olijk bijvoeglijk naamwoord

  1. olijk (guitig)
    mischievous; waggish; roguish; rascally; arch

Vertaal Matrix voor olijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arch boog; booggewelf; gewelf; uitbouw; welving
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arch buigen; krom buigen; krommen; welven
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arch guitig; olijk
mischievous guitig; olijk bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
roguish guitig; olijk arglistig; boefachtig; boosaardig; doortrapt; gemeen; geraffineerd; geslepen; gluiperig; leep; link; listig; loos; schurkachtig; slinks; sluw; vals; vrij; zonder taak
waggish guitig; olijk achterlijk; bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; oubollig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; uiig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rascally guitig; olijk bengelachtig; guitig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; schooierachtig; snaaks; spotachtig

Verwante woorden van "olijk":

  • olijkheid, olijker, olijkere, olijke

Wiktionary: olijk

olijk
adjective
  1. attractive or pleasing in a youthful, dainty, quaint or fun-spirited way