Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ofschoon:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ofschoon (Nederlands) in het Engels

ofschoon:

ofschoon bijvoeglijk naamwoord

  1. ofschoon (alhoewel; hoewel; al)
    although; even though; albeit; though; yet

Vertaal Matrix voor ofschoon:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
though al; alhoewel; hoewel; ofschoon doch; echter; maar; niettemin; nochtans
yet al; alhoewel; hoewel; ofschoon alsnog; doch; echter; maar; niettemin; nochtans; nog; nog wel
ConjunctionVerwante vertalingenAndere vertalingen
- hoewel
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
although ofwel
yet doch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
albeit al; alhoewel; hoewel; ofschoon
although al; alhoewel; hoewel; ofschoon doch; echter; maar; niettemin; nochtans
even though al; alhoewel; hoewel; ofschoon

Synoniemen voor "ofschoon":


Verwante definities voor "ofschoon":

  1. geeft tegenstelling aan1
    • ik ging mee winkelen, ofschoon ik erg moe was1

Wiktionary: ofschoon

ofschoon
en-con
  1. in spite of the fact that
conjunction
  1. despite its being; although

Cross Translation:
FromToVia
ofschoon although; albeit; though obschongehoben: einräumende Subjunktion. Identische Bedeutung wie obwohl, allerdings sprachlich etwas gehobener.
ofschoon although; albeit; even though; though obwohl — Die Subjunktion "obwohl" leitet einen Nebensatz (genauer: Konzessivsatz) ein, der einen Gegengrund nennt zu dem, was im übergeordneten Satz gesagt wurde.
ofschoon albeit; although; though wenngleich — obgleich, obwohl