Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- indringend:
- indringen:
-
Wiktionary:
- indringend → penetrating
-
Gebruikers suggesties voor indringend:
- pervasive
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor indringend (Nederlands) in het Engels
indringend:
-
indringend (schel klinkend; doordringend; scherp)
penetrating; shrill; piercing; rasping-
penetrating bijvoeglijk naamwoord
-
shrill bijvoeglijk naamwoord
-
piercing bijvoeglijk naamwoord
-
rasping bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor indringend:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
piercing | snijding | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
penetrating | doordringend; indringend; schel klinkend; scherp | degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; indringende; niet oppervlakkig; penetrant; totaal; volkomen |
piercing | doordringend; indringend; schel klinkend; scherp | nijpend; penetrant; smartelijk |
rasping | doordringend; indringend; schel klinkend; scherp | |
shrill | doordringend; indringend; schel klinkend; scherp | hard; hel; hoog; schel; scherp; scherpklinkend; schril; snerpend |
Verwante woorden van "indringend":
Wiktionary: indringend
indringend
adjective
-
demonstrating keen understanding
indringen:
-
indringen (infiltreren; binnendringen)
-
indringen (binnendringen; penetreren)
Conjugations for indringen:
o.t.t.
- dring in
- dringt in
- dringt in
- dringen in
- dringen in
- dringen in
o.v.t.
- drong in
- drong in
- drong in
- drongen in
- drongen in
- drongen in
v.t.t.
- ben ingedrongen
- bent ingedrongen
- is ingedrongen
- zijn ingedrongen
- zijn ingedrongen
- zijn ingedrongen
v.v.t.
- was ingedrongen
- was ingedrongen
- was ingedrongen
- waren ingedrongen
- waren ingedrongen
- waren ingedrongen
o.t.t.t.
- zal indringen
- zult indringen
- zal indringen
- zullen indringen
- zullen indringen
- zullen indringen
o.v.t.t.
- zou indringen
- zou indringen
- zou indringen
- zouden indringen
- zouden indringen
- zouden indringen
en verder
- is ingedrongen
diversen
- dring in!
- dringt in!
- ingedrongen
- indringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze