Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ei:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ei (Nederlands) in het Engels

ei:

ei [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het ei
    the egg
    • egg [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egg ei

Verwante woorden van "ei":

  • eitje

Verwante definities voor "ei":

  1. kiem met schaal erom waar een jong dier in kan groeien1
    • onze kip legt een ei1

Wiktionary: ei

ei
noun
  1. culinary ingredient
  2. egg of domestic fowl as food item
  3. body housing an embryo

Cross Translation:
FromToVia
ei egg; ovum Ei — eine Keimzelle
ei egg Ei — ein Schalengebilde, in dem sich der Embryo oviparer Tierarten (zum Beispiel Vögel) bildet
ei egg Eiunzählbar, ohne Plural: das Inneres von Eiern[2] als Nahrungsmittel
ei egg; ovum œuf — reproduction|fr ovule des oiseaux qui, sous une coquille, renfermer le germe animal futur, et des liquides destiner à le nourrir.

Verwante vertalingen van ei