Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bedoelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bedoelen (Nederlands) in het Engels

bedoelen:

bedoelen werkwoord (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)

  1. bedoelen (ergens iets mee willen zeggen)
    to mean; to aim at
    • mean werkwoord (means, meant, meaning)
    • aim at werkwoord (aims at, aimed at, aiming at)
  2. bedoelen (ten doel hebben; beogen)
    to mean; to strive; to aim at; to make for
    • mean werkwoord (means, meant, meaning)
    • strive werkwoord (strives, strived, striving)
    • aim at werkwoord (aims at, aimed at, aiming at)
    • make for werkwoord (makes for, made for, making for)

Conjugations for bedoelen:

o.t.t.
  1. bedoel
  2. bedoelt
  3. bedoelt
  4. bedoelen
  5. bedoelen
  6. bedoelen
o.v.t.
  1. bedoelde
  2. bedoelde
  3. bedoelde
  4. bedoelden
  5. bedoelden
  6. bedoelden
v.t.t.
  1. heb bedoeld
  2. hebt bedoeld
  3. heeft bedoeld
  4. hebben bedoeld
  5. hebben bedoeld
  6. hebben bedoeld
v.v.t.
  1. had bedoeld
  2. had bedoeld
  3. had bedoeld
  4. hadden bedoeld
  5. hadden bedoeld
  6. hadden bedoeld
o.t.t.t.
  1. zal bedoelen
  2. zult bedoelen
  3. zal bedoelen
  4. zullen bedoelen
  5. zullen bedoelen
  6. zullen bedoelen
o.v.t.t.
  1. zou bedoelen
  2. zou bedoelen
  3. zou bedoelen
  4. zouden bedoelen
  5. zouden bedoelen
  6. zouden bedoelen
diversen
  1. bedoel!
  2. bedoelt!
  3. bedoeld
  4. bedoelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor bedoelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aim at bedoelen; beogen; ergens iets mee willen zeggen; ten doel hebben aansturen op; doel beogen; doelen; gericht werpen; ijveren; mikken; mikken op; streven; streven naar; viseren
make for bedoelen; beogen; ten doel hebben aanhouden op; aanpassen; aansturen op; aflopen; afstevenen op; afstomen op; afvaren op; geschikt maken; koers zetten naar; stevenen; vervoegen; zich begeven naar
mean bedoelen; beogen; ergens iets mee willen zeggen; ten doel hebben beduiden; betekenen; inhouden; neerkomen op
strive bedoelen; beogen; ten doel hebben beproeven; pogen; proberen; trachten; uitproberen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mean achterbaks; banaal; bedriegelijk; doortrapt; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in het geniep; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; min; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; ploertig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vals; verachtelijk; vuig

Verwante definities voor "bedoelen":

  1. willen dat hij snapt waarover je het hebt1
    • wat bedoel je precies?1

Wiktionary: bedoelen

bedoelen
verb
  1. met een woord of toespeling iets of iemand aanduiden of proberen aan te duiden
  2. iets met een bepaald oogmerk doen
bedoelen
verb
  1. to convey, indicate
  2. to signify
  3. to intend (something) for a given purpose or fate
  4. to have intentions of some kind

Cross Translation:
FromToVia
bedoelen mean; aim for viser — Traductions à trier suivant le sens
bedoelen mean vouloir dire — Signifier