Zat: vertaling Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

zat:
- plenty; more than enough; drunk; drunken; intoxicated; tipsy; pissed; tight
zitten:
- sitting; sit; sit down
Wiktionary:
- zat → drunk, loaded, fed up, intoxicated, full, fucked-up, drunken, befuddled
- zat → plenty
- zat → drunk, intoxicated, drunken
- zitten → sit, do, be, there be
- zitten → sit down, ask

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zat (Nederlands) in het Engels

zat:

zat bijvoeglijk naamwoord

zat (meer dan genoeg)
plenty; more than enough
- plenty bijwoord
- more than enough bijvoeglijk naamwoord
zat (dronken; beschonken; ladderzat; bezopen)
drunk; drunken; intoxicated; tipsy; pissed; tight
- drunk bijvoeglijk naamwoord
- drunken bijvoeglijk naamwoord
- intoxicated bijvoeglijk naamwoord
- tipsy bijvoeglijk naamwoord
- pissed bijvoeglijk naamwoord
- tight bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor zat:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drunk		dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap; zuiplap
-	voldoende
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drunk	beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat	aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken
drunken	beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat	ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
intoxicated	beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat	aangeschoten; bedwelmd; beneveld; beschonken; dronken; onder invloed; teut; tipsy
pissed	beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat	ladderzat; laveloos; smoordronken; stomdronken; straalbezopen
tight		eng; nauw; smal; smalletjes; van geringe breedte
tipsy	beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat	aangeschoten; beneveld; beschonken; dronken; halfdronken; teut; tipsy
-	dronken
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
plenty	meer dan genoeg; zat
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	genoeg
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
more than enough	meer dan genoeg; zat
tight	beschonken; bezopen; dronken; ladderzat; zat	dicht op elkaar; nauw; nauwsluitend; strak

Verwante woorden van "zat":

zatheid, zate

Synoniemen voor "zat":

beschonken; dronken
genoeg; voldoende

Antoniemen van "zat":

nuchter

Verwante definities voor "zat":

onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken¹
- hij is elke zaterdagavond zat¹
zoveel als nodig is en zelfs meer¹
- we hebben potloden zat¹

Wiktionary: zat

zat

adjective

verzadigd, vol, met name van alcoholische drank
- zat → drunk; loaded
ergens genoeg van hebbend
- zat → fed up

pronoun

in voldoende mate
- zat → plenty

zat

adjective

stupefied by alcohol
- intoxicated → bedronken; gealcoholiseerd; dronken; zat
satisfied, in relation to eating
- full → vol; verzadigd; zat
drunken
- fucked-up → bedronken; zat; dronken
In the state of alcoholic intoxication
- drunken → dronken; zat; beschonken
intoxicated after drinking too much alcohol
- drunk → blauw; beschonken; bezopen; zat; dronken
drunk
- befuddled → verdoofd; dronken; zat

Cross Translation:

From	To	Via
• zat	→ drunk; intoxicated; drunken	↔ ivre — Qui a le cerveau troubler par l’effet des boissons fermenter, par l’alcool, etc.

zat vorm van zitten:

zitten werkwoord (zit, zat, zaten, gezeten)

zitten
sitting
- sitting werkwoord
zitten
to sit; to sit down
– be seated ²
- sit werkwoord (sits, sat, sitting)
- sit down werkwoord (sits down, sat down, sitting down)

Conjugations for zitten:

o.t.t.

zit
zit
zit
zitten
zitten
zitten

o.v.t.

zat
zat
zat
zaten
zaten
zaten

v.t.t.

heb gezeten
hebt gezeten
heeft gezeten
hebben gezeten
hebben gezeten
hebben gezeten

v.v.t.

had gezeten
had gezeten
had gezeten
hadden gezeten
hadden gezeten
hadden gezeten

o.t.t.t.

zal zitten
zult zitten
zal zitten
zullen zitten
zullen zitten
zullen zitten

o.v.t.t.

zou zitten
zou zitten
zou zitten
zouden zitten
zouden zitten
zouden zitten

diversen

zit!
zit!
gezeten
zittend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zitten:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sit		duur; zit
sitting		broeden; gebroed; seance; sessie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sit	zitten
sit down	zitten	gaan zitten; plaatsnemen; zich neerzetten; zich zetten
sitting	zitten
-	bevinden; ophouden
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sitting		gezeten; verblijvend; zittend

Verwante woorden van "zitten":

Synoniemen voor "zitten":

bevinden; ophouden

Verwante definities voor "zitten":

daar zijn¹
- hij zit boven¹
ermee bezigzijn¹
- hij zit te kleuren¹
iets wat daar is¹
- er zit een vlek op je broek¹
in die toestand zijn¹
- hij zit in spanning¹
op je billen rusten¹
- hij zit in de grote stoel¹
passen¹
- dat jasje zit goed¹

Wiktionary: zitten

zitten

verb

op het zitvlak rusten
- zitten → sit