| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
calm
|
|
gemoedsrust; gerustheid; rust; sereniteit; windstilte
|
|
quiet
|
|
kalmte; rust; stilheid; stilte; vredigheid
|
|
still
|
|
distilleerketel
|
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
calm
|
|
kalmeren
|
|
quiet
|
|
begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
|
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
calm
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; berustend; bladstil; gedeisd; geduldig; gelaten; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalm afwachtend; kalmpjes; lijdelijk; onbewogen; rustig; sereen; stil; windstil
|
|
peaceful
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; vredesgezind
|
|
placid
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
|
|
restful
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
|
|
serene
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
|
|
tranquil
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; bladstil; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustige; sereen
|
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
calmly
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
|
|
quietly
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; geluidloos; geruisloos; kalm; kalmpjes; onbewogen; ongemerkt; ongezien; rustig; rustig aan; rustigjes; sereen; stil; stilletjes; stilletjes aan; zachtjes
|
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
quiet
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
bedaard; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustige; sereen
|
|
still
|
bedaard; kalm; kalmpjes; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
|
alsnog; bedaard; doch; echter; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; maar; niettemin; nochtans; nog; nog wel; onbewogen; rustig; sereen; stil
|