Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- stomp:
- stompen:
- Wiktionary:
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stomp (Nederlands) in het Engels
stomp:
-
de stomp (stronk)
Vertaal Matrix voor stomp:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stub | stomp; stronk | boomstronk; peuk; stobbe; uitgedrukte sigaret |
stump | stomp; stronk | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blunt | afstompen; vervlakken | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blunt | stomp | abrupt; bot; bruusk; cru; direct; eensklaps; ineens; kortaf; kortzichtig; nors; onbewimpeld; ongenuanceerd; ongezouten; onomwonden; onscherp; onverbloemd; onverhoeds; onverholen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onzacht; opeens; openhartig; openlijk; plots; plotseling; plotsklaps; rechttoe rechtaan; ronduit; ruiterlijk; zonder omhaal |
Verwante woorden van "stomp":
Antoniemen van "stomp":
Verwante definities voor "stomp":
Wiktionary: stomp
stomp
Cross Translation:
adjective
stomp
-
iets dat zijn scherpte verloren heeft
- stomp → blunt
adjective
-
lacking the ability to cut easily; not sharp
-
Having a thick edge or point, as an instrument
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stomp | → snag; stub; stump; butt; nub | ↔ Stummel — ein kurzes Reststück, was übrig geblieben ist |
• stomp | → obtuse | ↔ stumpf — Mathematik: Eigenschaft eines Winkels, der zwischen 90° und 180° groß ist |
• stomp | → blunt | ↔ contondant — Qui blesser sans percer ni couper, mais en faisant des contusions, comme un bâton, un marteau, etc. |
• stomp | → punch | ↔ coup de poing — Frappe du poing |
• stomp | → blunt | ↔ doux — Traductions à trier suivant le sens. |
• stomp | → stub; stump | ↔ moignon — Ce qui rester d’un bras, d’une jambe, d’une cuisse coupée. |
• stomp | → blunt | ↔ mousse — (vieilli) Qui est émoussé, qui a perdu son tranchant, en parlant d’une lame. |
• stomp | → blunt; dull; obtuse | ↔ obtus — biologie|fr Qui est arrondir, émousser au lieu d’être anguleux ou pointu. |
• stomp | → deaf | ↔ sourd — Qui est privé du sens de l’ouïe |
• stomp | → blunt | ↔ terne — Qui n’a pas l’éclat qu’il doit avoir, ou qui en a peu en comparaison d’une autre chose. |
• stomp | → stub; stump; section | ↔ tronçon — section d'un objet allongé |
stomp vorm van stompen:
Conjugations for stompen:
o.t.t.
- stomp
- stompt
- stompt
- stompen
- stompen
- stompen
o.v.t.
- stompte
- stompte
- stompte
- stompten
- stompten
- stompten
v.t.t.
- heb gestompt
- hebt gestompt
- heeft gestompt
- hebben gestompt
- hebben gestompt
- hebben gestompt
v.v.t.
- had gestompt
- had gestompt
- had gestompt
- hadden gestompt
- hadden gestompt
- hadden gestompt
o.t.t.t.
- zal stompen
- zult stompen
- zal stompen
- zullen stompen
- zullen stompen
- zullen stompen
o.v.t.t.
- zou stompen
- zou stompen
- zou stompen
- zouden stompen
- zouden stompen
- zouden stompen
en verder
- ben gestompt
- bent gestompt
- is gestompt
- zijn gestompt
- zijn gestompt
- zijn gestompt
diversen
- stomp!
- stompt!
- gestompt
- stompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de stompen (beenstompen; armstompen)
Vertaal Matrix voor stompen:
Verwante woorden van "stompen":
Engels