Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor plek (Nederlands) in het Engels
plek:
Vertaal Matrix voor plek:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
location | locatie; plaats; plek | ligging; locatie; plaatsbepaling; positie; vindplaats |
place | locatie; plaats; plek | gebied; gewest; gouw; hoek; landstreek; navigatieplaats; oord; plaats; regio; stekkie; streek |
- | plaats; punt | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
place | aanbrengen; aanleggen; bijzetten; deponeren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; installeren; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen; situeren; stationeren; wegleggen; zetten; zich afspelen |
Verwante woorden van "plek":
Synoniemen voor "plek":
Verwante definities voor "plek":
Wiktionary: plek
plek
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plek | → position | ↔ Position — Ort, Standort |
• plek | → place | ↔ Stelle — allgemeiner Ausdruck für einen Platz auf diversen Oberflächen |
• plek | → place | ↔ Stelle — Abschnitt in einem Text, Musikwerk |
• plek | → place | ↔ endroit — Partie bien déterminée d’un espace, d’une chose ou d’un corps. |
• plek | → place; location; spot; field; site; venue | ↔ lieu — portion de l’espace, soit prise en elle-même, soit considérée par rapport à ce qui l’occuper. |
• plek | → place | ↔ place — lieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose. |
• plek | → spot | ↔ tache — Marque naturelle sur la robe d’un animal |