Nederlands
Uitgebreide vertaling voor knip (Nederlands) in het Engels
knip:
-
de knip (portemonnaie; portemonnee; portefeuille; beurs)
-
de knip (deurknip)
-
de knip (knipsluiting; knipslot)
-
de knip (sluitinrichting voor deur of raam; grendel; schuif)
Vertaal Matrix voor knip:
Verwante woorden van "knip":
knip vorm van knippen:
Conjugations for knippen:
o.t.t.
- knip
- knipt
- knipt
- knippen
- knippen
- knippen
o.v.t.
- knipte
- knipte
- knipte
- knipten
- knipten
- knipten
v.t.t.
- heb geknipt
- hebt geknipt
- heeft geknipt
- hebben geknipt
- hebben geknipt
- hebben geknipt
v.v.t.
- had geknipt
- had geknipt
- had geknipt
- hadden geknipt
- hadden geknipt
- hadden geknipt
o.t.t.t.
- zal knippen
- zult knippen
- zal knippen
- zullen knippen
- zullen knippen
- zullen knippen
o.v.t.t.
- zou knippen
- zou knippen
- zou knippen
- zouden knippen
- zouden knippen
- zouden knippen
en verder
- is geknipt
diversen
- knip!
- knipt!
- geknipt
- knippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de knippen (knipsluitingen; knipsloten)
Vertaal Matrix voor knippen:
Verwante woorden van "knippen":
Verwante definities voor "knippen":
Wiktionary: knippen
knippen
Cross Translation:
verb
knippen
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knippen | → cut up; carve; cut out; slice | ↔ découper — couper par morceaux une pièce de viande ou détacher un à un les membres d’une pièce de volaille, de gibier. |
• knippen | → punch; puncture; drill; bore; pierce | ↔ percer — Traverser en faisant un trou, une ouverture. (Sens général). |
• knippen | → clip; cut; shear; mow | ↔ tondre — couper à ras la laine ou le poil des bêtes. |