Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. stoutmoedig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stoutmoedig (Nederlands) in het Engels

stoutmoedig:

stoutmoedig bijvoeglijk naamwoord

  1. stoutmoedig (onvervaard; koen; onbeducht; )
    audacious; fearless; dashing; bold; unabashed; dauntless; daring; undaunted; manful
  2. stoutmoedig (heldhaftig; dapper; heroïsch; )
    courageous; brave; bold; valiant; heroic; heroical
  3. stoutmoedig (vrijpostig; brutaal; vrijmoedig; onbeschroomd; niet beschroomd)
    bold
    • bold bijvoeglijk naamwoord
  4. stoutmoedig (onbeschroomd; onbedeesd; vrijpostig; vrijmoedig; niet beschroomd)
    frank; uninhibited; unabashed; candid

Vertaal Matrix voor stoutmoedig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bold branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij
daring dapperheid; durf; durven; gewaagdheid; koenheid; lef; moed; onversaagdheid; wagen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
audacious koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel doldriest; driest; lichtzinnig; overmoedig; roekeloos; vermetel; vlegelachtig; waaghalzig
bold brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig beslist; brutaal; doortastend; ferm; hondsbrutaal; kordaat; krachtdadig; krachtig; manhaftig; vet; vrijpostig
brave dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig manhaftig
candid niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig onbevangen
courageous dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig beslist; doortastend; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; manhaftig
daring koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel doldriest; gedurfd; gewaagd; lichtzinnig; overmoedig; pikant; provocerend; roekeloos; uitdagend; vermetel; waaghalzig
dashing koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
dauntless koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel onversaagd; onverschrokken; zonder angst; zonder vrees
fearless koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel koelbloedig; onversaagd; onverschrokken; zonder angst; zonder vrees
frank niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig benaderbaar; cru; eerlijk; frank; genaakbaar; gulweg; met open vizier; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk; toegankelijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit
heroic dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig heroïek
heroical dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig heroïek
manful koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
unabashed koen; kranig; manmoedig; niet beschroomd; onbedeesd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig
undaunted koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel onversaagd; onverschrokken; zonder angst; zonder vrees
uninhibited niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig beschikbaar; disponibel; niet terughoudend; ongeremd; vacant
valiant dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig manhaftig

Verwante woorden van "stoutmoedig":

  • stoutmoedigheid, stoutmoediger, stoutmoedigere, stoutmoedigst, stoutmoedigste, stoutmoedige

Wiktionary: stoutmoedig

stoutmoedig
adjective
  1. willing to take on risks

Cross Translation:
FromToVia
stoutmoedig audacious; bold; daring; intrepid audacieux — Qui a de l’audace, hardi, osé.
stoutmoedig fearless impavide — Qui ne ressent pas ou n’exprime pas la peur.