Nederlands
Uitgebreide vertaling voor ophopen (Nederlands) in het Engels
ophopen:
-
ophopen (opkroppen; opstapelen)
Conjugations for ophopen:
o.t.t.
- hoop op
- hoopt op
- hoopt op
- hopen op
- hopen op
- hopen op
o.v.t.
- hoopte op
- hoopte op
- hoopte op
- hoopten op
- hoopten op
- hoopten op
v.t.t.
- heb opgehoopt
- hebt opgehoopt
- heeft opgehoopt
- hebben opgehoopt
- hebben opgehoopt
- hebben opgehoopt
v.v.t.
- had opgehoopt
- had opgehoopt
- had opgehoopt
- hadden opgehoopt
- hadden opgehoopt
- hadden opgehoopt
o.t.t.t.
- zal ophopen
- zult ophopen
- zal ophopen
- zullen ophopen
- zullen ophopen
- zullen ophopen
o.v.t.t.
- zou ophopen
- zou ophopen
- zou ophopen
- zouden ophopen
- zouden ophopen
- zouden ophopen
en verder
- is opgehoopt
- zijn opgehoopt
diversen
- hoop op!
- hoopt op!
- opgehoopt
- ophopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor ophopen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accumulation | ophopen; stapelen | accumulatie; bende; berg; cumuleren; groep; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapelen; samenscholing; samenvoeging; selectie; sortering; stapel; stel; troep; verzameling |
heaping up | opaarden; ophopen; verhogen | |
piling up | opaarden; ophopen; verhogen | accumulatie; agglomeratie; hoop; massa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; selectie; sortering; stapel; stel; verzameling |
stacking | ophopen; stapelen | stapeling |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accumulate | ophopen; opkroppen; opstapelen | aangroeien; accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen; verenigen; verzamelen; zich ophopen; zich opstapelen; zich vermeerderen |
bottle up | ophopen; opkroppen; opstapelen | |
pen up | ophopen; opkroppen; opstapelen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stacking | opstapelbaar; stapelbaar |
Wiktionary: ophopen
ophopen
Cross Translation:
verb
ophopen
-
op elkaar stapelen
- ophopen → pile up; accumulate
verb
-
form or collect into a mass
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ophopen | → accumulate; heap; pile up; stack | ↔ accumuler — Accumuler |
• ophopen | → stack; amass; heap; pile up; accumulate; collect; gather; pile | ↔ entasser — mettre en tas. |
• ophopen | → group; assemble | ↔ grouper — Réunir |
• ophopen | → collect; gather; pick up; assemble; raise; amass; heap; pile up; stack; accumulate; pile | ↔ ramasser — Faire un amas, un assemblage, une collection de choses. |
• ophopen | → take along; convene; collect; gather; pick up; assemble; raise; amass; heap; pile up; stack; accumulate; pile | ↔ rassembler — assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser. |
Computer vertaling door derden: