Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hars:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hars (Nederlands) in het Engels

hars:

hars [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hars
    the resin
    • resin [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resin hars

Verwante woorden van "hars":

  • harsen

Wiktionary: hars

hars
noun
  1. sticky, gummy substance secreted by trees
  2. secretion of plants

Cross Translation:
FromToVia
hars resin; gum Harzzähflüssige, klebrige, stark duftende Absonderung von weißer bis gelbbrauner Farbe, meist aus dem Holz von Nadelbaum
hars resin résine — Matière inflammable qui découle de certains arbres