Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beurs (Nederlands) in het Engels

beurs:

beurs [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de beurs (studiebeurs; stipendium; studietoelage)
    the bursary; the scholarship; the grant; the study allowance
  2. de beurs (aandelenbeurs; effectenbeurs)
    the stock exchange; the market; the exchange
  3. de beurs (effectenbeurs)
    the stock market; the stock exchange
  4. de beurs (portemonnaie; portemonnee; portefeuille; knip)
    the wallet; the purse
    • wallet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • purse [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor beurs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bursary beurs; stipendium; studiebeurs; studietoelage
exchange aandelenbeurs; beurs; effectenbeurs inruil; omruil; omruiling; omwisselen; omwisseling; ruil; ruilen; ruilhandel; ruiling; ruiltransactie; ruilverkeer; uitwisseling; verruiling; verwisseling
grant beurs; stipendium; studiebeurs; studietoelage
market aandelenbeurs; beurs; effectenbeurs afzetgebied; afzetmarkt; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; goederenhandel; handel; inkrimping; kostenbesparing; markt; verkorting
purse beurs; knip; portefeuille; portemonnaie; portemonnee damestas; damestasje; geldbuidel; handtas; polstasje; tasje
scholarship beurs; stipendium; studiebeurs; studietoelage geleerdheid
stock exchange aandelenbeurs; beurs; effectenbeurs aandelenkoersen; effectenbeurs; koersen
stock market beurs; effectenbeurs
study allowance beurs; stipendium; studiebeurs; studietoelage
wallet beurs; knip; portefeuille; portemonnaie; portemonnee
- portemonnee
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exchange hernieuwen; herstellen; inruilen; inwisselen; omruilen; omwisselen; renoveren; ruilen; uitwisselen; verbeteren; vernieuwen; verruilen; verwisselen; wisselen
grant akkoord gaan; cadeau doen; cadeau geven; dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; instemmen; inwilligen; laten; ondervragen; overhoren; permitteren; schenken; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; uithoren; uitvragen; vergunnen; verhoren; verlenen

Verwante woorden van "beurs":

  • beurzen

Synoniemen voor "beurs":


Antoniemen van "beurs":


Verwante definities voor "beurs":

  1. bijdrage van de overheid voor het volgen van een studie1
    • betaalt hij zijn studie zelf? Nee, hij heeft een beurs1
  2. gebouw waarin geld verhandeld wordt1
    • op de beurs was vandaag weinig handel1
  3. overrijp, beschadigd1
    • deze peren zijn helemaal beurs1
  4. tentoonstelling van alles wat er te koop is1
    • Arie stond op de huishoudbeurs1
  5. waar je je geld in bewaart1
    • hij pakte een kwartje uit zijn beurs1

Wiktionary: beurs

beurs
noun
  1. het beursgebouw waar aandelen gekocht en verkocht worden
  2. een houder voor munten en biljetten
  3. toelage voor iemand die studeren wil
  4. bijeenkomst waar producenten van een bepaald vakgebied meest nieuwe producten tentoonspreiden
adjective
  1. overrijp, buikziek
beurs
noun
  1. formally organized system of trading in specified goods or effects
  2. market
  3. professional event, trade fair
  4. place for conducting trading
  5. building and the associated organization
  6. exhibition for a particular field

Cross Translation:
FromToVia
beurs scholarship bourse — Pension accordée à un élève ou à un étudiant.
beurs stock exchange bourse — Lieu d’échange de valeurs financières.
beurs stock exchange bourse — Marché d’échange de ces valeurs.
beurs purse; coin purse porte-monnaie — Petit sac de cuir, généralement divisé en compartiments, où l’on met les pièces de monnaie.
beurs purse; wallet sacoche — Sorte de grosse bourse de cuir ordinairement retenir par une courroie et qui se porter au côté ou dans le dos.