Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. uitweg:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor uitweg:
    • resort


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitweg (Nederlands) in het Engels

uitweg:

uitweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitweg (uitgang; uitloop)
    the way out; the exit
    • way out [the ~] zelfstandig naamwoord
    • exit [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de uitweg (ontsnappingsmogelijkheid)
    the way out; the possible escape; the escape route

Vertaal Matrix voor uitweg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
escape route ontsnappingsmogelijkheid; uitweg ontsnappingsroute; vluchtweg
exit uitgang; uitloop; uitweg afrit; uitrit
possible escape ontsnappingsmogelijkheid; uitweg
way out ontsnappingsmogelijkheid; uitgang; uitloop; uitweg
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exit afsluiten; uitgaan

Wiktionary: uitweg

uitweg
noun
  1. a means for achieving an end
  2. something or someone turned to for safety

Cross Translation:
FromToVia
uitweg issue; exit; way out; outlet; egress issuesortie, lieu par où l’on sortir.
uitweg resource; livelihood; means; remedy; avenue; expedience; expedient; recourse; way; agency ressource — Traductions à trier suivant le sens
uitweg exit; emergence; charge; expense; expenditure; outlay; way out; outlet; egress sortieaction de sortir.