Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ontkrachten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ontkrachten (Nederlands) in het Engels

ontkrachten:

ontkrachten werkwoord (ontkracht, ontkrachtte, ontkrachtten, ontkracht)

  1. ontkrachten (weerleggen; ontzenuwen)
  2. ontkrachten (tenietdoen; nietig verklaren; nietig maken)
    to nullify; to neutralize; negate; neutralise
    – make ineffective by counterbalancing the effect of 1
    • nullify werkwoord (nullifies, nullified, nullifying)
    • neutralize werkwoord, Amerikaans (neutralizes, neutralized, neutralizing)
      • Her optimism neutralizes his gloom1
    • negate werkwoord
      • This action will negate the effect of my efforts1
    • neutralise werkwoord, Brits

Conjugations for ontkrachten:

o.t.t.
  1. ontkracht
  2. ontkracht
  3. ontkracht
  4. ontkrachten
  5. ontkrachten
  6. ontkrachten
o.v.t.
  1. ontkrachtte
  2. ontkrachtte
  3. ontkrachtte
  4. ontkrachtten
  5. ontkrachtten
  6. ontkrachtten
v.t.t.
  1. heb ontkracht
  2. hebt ontkracht
  3. heeft ontkracht
  4. hebben ontkracht
  5. hebben ontkracht
  6. hebben ontkracht
v.v.t.
  1. had ontkracht
  2. had ontkracht
  3. had ontkracht
  4. hadden ontkracht
  5. hadden ontkracht
  6. hadden ontkracht
o.t.t.t.
  1. zal ontkrachten
  2. zult ontkrachten
  3. zal ontkrachten
  4. zullen ontkrachten
  5. zullen ontkrachten
  6. zullen ontkrachten
o.v.t.t.
  1. zou ontkrachten
  2. zou ontkrachten
  3. zou ontkrachten
  4. zouden ontkrachten
  5. zouden ontkrachten
  6. zouden ontkrachten
en verder
  1. ben ontkracht
  2. bent ontkracht
  3. is ontkracht
  4. zijn ontkracht
  5. zijn ontkracht
  6. zijn ontkracht
diversen
  1. ontkracht!
  2. ontkracht!
  3. ontkracht
  4. ontkrachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ontkrachten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invalidate ontkrachten; ontzenuwen; weerleggen
negate nietig maken; nietig verklaren; ontkrachten; tenietdoen loochenen; ontkennen
neutralise nietig maken; nietig verklaren; ontkrachten; tenietdoen neutraliseren; nullificeren; ondervangen; opheffen; teniet doen; terugdraaien; vernietigen
neutralize nietig maken; nietig verklaren; ontkrachten; tenietdoen neutraliseren; nullificeren; ondervangen; opheffen; teniet doen; terugdraaien; vernietigen
nullify nietig maken; nietig verklaren; ontkrachten; tenietdoen delgen; nullificeren; ondervangen; opheffen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; verijdelen; vernietigen
take the edge of ontkrachten; ontzenuwen; weerleggen

Wiktionary: ontkrachten

ontkrachten
verb
  1. to make ineffectual or meaningless
  2. to refute

Cross Translation:
FromToVia
ontkrachten bore; tire; weary fatigueraffaiblir par une trop grande dépense de force.