Nederlands

Uitgebreide vertaling voor flirt (Nederlands) in het Engels

flirt:

flirt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de flirt (geflirt; flirtation)
    the flirting; the flirtation; the coquetry; the courtship

Vertaal Matrix voor flirt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coquetry flirt; flirtation; geflirt behaagzucht; koketterie
courtship flirt; flirtation; geflirt behaagzucht; koketterie; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering
flirtation flirt; flirtation; geflirt behaagzucht; koketterie
flirting flirt; flirtation; geflirt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flirting behaagziek; vol begeerte te behagen

Verwante woorden van "flirt":


Wiktionary: flirt

flirt
noun
  1. playful flirtation

flirt vorm van flirten:

flirten werkwoord (flirt, flirtte, flirtten, geflirt)

  1. flirten (aan de scharrel zijn; scharrelen)
    to flirt; be on the make; to fool around
  2. flirten
    alluring; to flirt; provoking
  3. flirten (sjansen; lonken)
    to dally; to flirt
    • dally werkwoord (dallies, dallied, dallying)
    • flirt werkwoord (flirts, flirted, flirting)

Conjugations for flirten:

o.t.t.
  1. flirt
  2. flirt
  3. flirt
  4. flirten
  5. flirten
  6. flirten
o.v.t.
  1. flirtte
  2. flirtte
  3. flirtte
  4. flirtten
  5. flirtten
  6. flirtten
v.t.t.
  1. heb geflirt
  2. hebt geflirt
  3. heeft geflirt
  4. hebben geflirt
  5. hebben geflirt
  6. hebben geflirt
v.v.t.
  1. had geflirt
  2. had geflirt
  3. had geflirt
  4. hadden geflirt
  5. hadden geflirt
  6. hadden geflirt
o.t.t.t.
  1. zal flirten
  2. zult flirten
  3. zal flirten
  4. zullen flirten
  5. zullen flirten
  6. zullen flirten
o.v.t.t.
  1. zou flirten
  2. zou flirten
  3. zou flirten
  4. zouden flirten
  5. zouden flirten
  6. zouden flirten
diversen
  1. flirt!
  2. flirt!
  3. geflirt
  4. flirtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor flirten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alluring aantrekken; bekoren; charmeren; provoceren; uitlokken
flirt jongensgek; lonker; scharrelpartijtje; vrijage
provoking provoceren; uitlokken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alluring flirten
be on the make aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen
dally flirten; lonken; sjansen
flirt aan de scharrel zijn; flirten; lonken; scharrelen; sjansen koketteren; lonken; oogje maken
fool around aan de scharrel zijn; flirten; scharrelen aanrommelen; aanrotzooien; knoeien; rotzooien; scharrelen
provoking flirten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alluring aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aardig; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; prettig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
provoking provocerend; tartend; tergend; treiterig; trotserend; uitdagend

Verwante woorden van "flirten":


Wiktionary: flirten

flirten
verb
  1. to show sexual or relational interest

Cross Translation:
FromToVia
flirten pick up; court; chat up; hit on draguer — Faire la cour à une personne dans le but d’obtenir ses faveurs amoureuses.
flirten flirt flirter — S’adonner au flirt.
flirten flit; flutter; wave; flirt voltigervoler à petites et fréquentes reprises, sans aucune direction déterminée.

Computer vertaling door derden:


Engels

Uitgebreide vertaling voor flirt (Engels) in het Nederlands

flirt:

to flirt werkwoord (flirts, flirted, flirting)

  1. to flirt (fool around; be on the make)
    flirten; scharrelen; aan de scharrel zijn
  2. to flirt (dally)
    sjansen; flirten; lonken
    • sjansen werkwoord (sjans, sjanst, sjanste, sjansten, gesjanst)
    • flirten werkwoord (flirt, flirtte, flirtten, geflirt)
    • lonken werkwoord (lonk, lonkt, lonkte, lonkten, gelonkt)
  3. to flirt (provoking; alluring)
    flirten
    • flirten werkwoord (flirt, flirtte, flirtten, geflirt)
  4. to flirt (coquet)
    koketteren
    • koketteren werkwoord (koketteer, koketteert, koketteerde, koketteerden, gekoketteerd)
  5. to flirt (ogle; make eyes at someone)
    lonken; oogje maken

Conjugations for flirt:

present
  1. flirt
  2. flirt
  3. flirts
  4. flirt
  5. flirt
  6. flirt
simple past
  1. flirted
  2. flirted
  3. flirted
  4. flirted
  5. flirted
  6. flirted
present perfect
  1. have flirted
  2. have flirted
  3. has flirted
  4. have flirted
  5. have flirted
  6. have flirted
past continuous
  1. was flirting
  2. were flirting
  3. was flirting
  4. were flirting
  5. were flirting
  6. were flirting
future
  1. shall flirt
  2. will flirt
  3. will flirt
  4. shall flirt
  5. will flirt
  6. will flirt
continuous present
  1. am flirting
  2. are flirting
  3. is flirting
  4. are flirting
  5. are flirting
  6. are flirting
subjunctive
  1. be flirted
  2. be flirted
  3. be flirted
  4. be flirted
  5. be flirted
  6. be flirted
diverse
  1. flirt!
  2. let's flirt!
  3. flirted
  4. flirting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

flirt [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the flirt (boy-crazy girl; proper flirt; regular flirt)
    de jongensgek
  2. the flirt (petting-party)
    de vrijage; het scharrelpartijtje
  3. the flirt (ogler)
    lonker
    • lonker [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flirt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jongensgek boy-crazy girl; flirt; proper flirt; regular flirt
lonker flirt; ogler
scharrelpartijtje flirt; petting-party
vrijage flirt; petting-party
- coquetry; coquette; dalliance; flirtation; flirting; minx; prickteaser; tease; toying; vamp; vamper
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan de scharrel zijn be on the make; flirt; fool around
flirten alluring; be on the make; dally; flirt; fool around; provoking
koketteren coquet; flirt
lonken dally; flirt; make eyes at someone; ogle
oogje maken flirt; make eyes at someone; ogle
scharrelen be on the make; flirt; fool around fool about; fool around; mess about; mess around
sjansen dally; flirt
- butterfly; chat up; coquet; coquette; dally; mash; philander; play; romance; toy

Verwante woorden van "flirt":


Synoniemen voor "flirt":


Verwante definities voor "flirt":

  1. playful behavior intended to arouse sexual interest1
  2. a seductive woman who uses her sex appeal to exploit men1
  3. talk or behave amorously, without serious intentions1
    • My husband never flirts with other women1
  4. behave carelessly or indifferently1

Wiktionary: flirt


Cross Translation:
FromToVia
flirt aan de scharrel zijn; fladderen; flirten; scharrelen; wapperen flirter — S’adonner au flirt.
flirt fladderen; flirten; scharrelen; wapperen voltigervoler à petites et fréquentes reprises, sans aucune direction déterminée.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van flirt