Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fijnheid (Nederlands) in het Engels

fijnheid:

fijnheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de fijnheid
    the delicacy
    • delicacy [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fijnheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
delicacy fijnheid aandoenlijkheid; delicatesse; fijngevoeligheid; gevoeligheid; gevoeligheid mbt het betamelijke; kiesheid; lafenis; laving; lekkernij; sensitiviteit; teergevoeligheid; verfrissing; verkwikking; versnapering; zintuiglijke gevoeligheid

Verwante woorden van "fijnheid":


fijnheid vorm van fijn:

fijn bijvoeglijk naamwoord

  1. fijn (prettig; leuk; aangenaam; )
    pleasant; nice; lovely; easy going; good
  2. fijn (slank en smal)
    fine; delicate; slim
    • fine bijvoeglijk naamwoord
    • delicate bijvoeglijk naamwoord
    • slim bijvoeglijk naamwoord
  3. fijn (aangenaam; prettig; lekker)
    pleasant; enjoyable; nice; agreeable
  4. fijn (subtiel)
    subtle; fine
    • subtle bijvoeglijk naamwoord
    • fine bijvoeglijk naamwoord
  5. fijn (teer; delicaat; kwetsbaar; )
    fragile; tender; delicate; frail
  6. fijn (fijngebouwd; slank; dun; tenger; rank)
    slender
    – being of delicate or slender build 1
    • slender bijvoeglijk naamwoord
      • she was slender as a willow shoot is slender1
    thin
    – of relatively small extent from one surface to the opposite or in cross section 1
    • thin bijvoeglijk naamwoord
      • thin wire1
      • a thin chiffon blouse1
      • a thin book1
      • a thin layer of paint1
    delicate; small-boned
    petite
    – very small 1
    • petite bijvoeglijk naamwoord
      • her petite figure1

Vertaal Matrix voor fijn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fine bekeuring; boete; boeten; bon; geldboete; geldstraf; penalty
good artikel; ding; goed; item; object; product; voorwerp; zaak
slim aan de lijn doen; diëten; lijnen
tender aanbesteding; betalingsmethode; kolenkar; kolenwagen; tender
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fine beboeten
thin decimeren; dunnen; minder talrijk maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agreeable aangenaam; fijn; lekker; prettig aangenaam; behaaglijk; geschikt; knus; plezierig; tof
delicate breekbaar; broos; delicaat; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; rank; slank; slank en smal; teder; teer; tenger; zwak breekbaar; broos; delicaat; fijn van smaak; fijne; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; hachelijk; heerlijk van eten; kritiek; kwetsbaar; lastig; lichtgebouwd; netelig; niet schikkend; penibel; precair; storend; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; zwak
enjoyable aangenaam; fijn; lekker; prettig bijzonder aangenaam; genietbaar; te genieten
fragile breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; slap; teer; zwak
frail breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak bleekjes; breekbaar; broos; fragiel; kwetsbaar; onsolide; pips; slap; slapjes; teer; wee; ziekelijk; zwak
lovely aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; attractief; beeldig; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; fijne; fraai; goed ogend; gracieus; heerlijk van dag; knap; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; mooi; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend; welgevallig
nice aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig aardig; attractief; bevallig; charmant; elegant; fraai; goed ogend; gracieus; jofel; knap; leuk; lief; mooi; prettig; sierlijk; sympathiek; welgevallig
petite dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger elegant; gracieus; sierlijk
pleasant aangenaam; behaaglijk; fijn; lekker; leuk; plezant; plezierig; prettig aangenaam; behaaglijk; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; genietbaar; genoeglijk; geschikt; gezellig; heugelijk; heuglijk; jofel; jolig; kleurig; knus; kwiek; leuk; levendig; lustig; monter; onderhoudend; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; plezierig; prettig; sfeervol; sociabel; te genieten; tof; uitgelaten; verblijdend; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
slender dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger dun van gestalte; mager; rank; slank; spichtig; sprieterig; tenger
slim fijn; slank en smal mager; slank; spichtig; sprieterig; tenger
subtle fijn; subtiel fijngevoelig; fijnzinnig; onnaspeurbaar; teerbesnaard; teergevoelig
tender breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; teder; teer; tenger; zwak breekbaar; broos; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; kwetsbaar; mals; murw; teer; teerbesnaard; teergevoelig; zwak
- leuk; prettig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
easy going aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig
fine fijn; slank en smal; subtiel akkoord; fijne; geschikt; in orde; kiplekker; mee eens; mieters; opperbest; prima; tof; van zand of regen
good aangenaam; behaaglijk; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig akkoord; bekwaam; braaf; capabel; competent; deskundig; deugdzaam; geschikt; in orde; lief; mee eens; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; voorbeeldig; zoet
small-boned dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger
thin dun; fijn; fijngebouwd; rank; slank; tenger berooid; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; mager; pover; schraal; schriel

Verwante woorden van "fijn":


Synoniemen voor "fijn":


Antoniemen van "fijn":


Verwante definities voor "fijn":

  1. waarvan je in een goede stemming komt2
    • ik heb een fijne jeugd gehad2
  2. van bijzondere kwaliteit2
    • fijne vleeswaren2
  3. van kleine of dunne deeltjes2
    • je moet deze kaas fijnmalen2

Wiktionary: fijn

fijn
adjective
  1. van geringe dikte
  2. leuk
fijn
adjective
  1. showing or requiring great precision or sensitive discernment
  2. pleasant
  3. made up of particularly small pieces
  4. giving pleasure; pleasing in manner
  5. food or drink: not grainy; having an even texture
  6. beverage: having a pleasantly rounded flavor; neither rough nor astringent
interjection
  1. great!

Cross Translation:
FromToVia
fijn dainty; delicate; fine; refined; gentle; sensitive; soft; tender; awkward délicat — Qui est d’une très grande finesse, très délié.
fijn fine; subtle; delicate; light; thin; keen; acute findélié, menu, mince ou étroit.
fijn orthodox; mainline; mainstream orthodoxe — (religion) Qui est conforme à la droite et saine opinion en matière de religion.
fijn delicious; nice; tasty; tasteful savoureux — Qui a une bonne saveur, une saveur agréable.
fijn succulent; tasty; delicious; tasteful succulent — Savoureux

Computer vertaling door derden: