Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bijbel:
  2. Bijbel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Bijbel (Nederlands) in het Engels

bijbel:

bijbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bijbel
    the bible
    • bible [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bijbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bible bijbel

Verwante woorden van "bijbel":


Wiktionary: bijbel

bijbel
noun
  1. comprehensive manual
proper noun
  1. Christian holy book

Cross Translation:
FromToVia
bijbel bible bibleexemplaire imprimé de la Bible.

Bijbel:

Bijbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de Bijbel (Heilige Schrift; Schrift)
    the Scriptures; the Holy Scripture; the Bible

Vertaal Matrix voor Bijbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bible Bijbel; Heilige Schrift; Schrift
Holy Scripture Bijbel; Heilige Schrift; Schrift
Scriptures Bijbel; Heilige Schrift; Schrift

Verwante woorden van "Bijbel":

  • Bijbels

Wiktionary: Bijbel


Cross Translation:
FromToVia
Bijbel Bible Bibelkein Plural: Titel des Buches (ursprünglich Sammlung von Büchern beziehungsweise Schriften), welches nach christlicher Auffassung Gottes Wort ist