Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- economisch:
-
Wiktionary:
- economisch → economic, economical, prudent
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor economisch (Nederlands) in het Engels
economisch:
-
economisch (betrekking hebbend op economie)
economic; economical; economically-
economic bijvoeglijk naamwoord
-
economical bijvoeglijk naamwoord
-
economically bijwoord
-
-
economisch (spaarzaam; zuinig; zuinigjes)
sparing; thrifty; frugal; economical-
sparing bijvoeglijk naamwoord
-
thrifty bijvoeglijk naamwoord
-
frugal bijvoeglijk naamwoord
-
economical bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor economisch:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
economic | betrekking hebbend op economie; economisch | |
economical | betrekking hebbend op economie; economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes | |
frugal | economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes | eenvoudig; frugaal; matig; onvolwaardig; sober |
sparing | economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes | |
thrifty | economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes | |
- | efficiënt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
economically | betrekking hebbend op economie; economisch |
Verwante woorden van "economisch":
Synoniemen voor "economisch":
Verwante definities voor "economisch":
Wiktionary: economisch
economisch
adjective
economisch
-
betreffende economie
- economisch → economic; economical
adjective
-
relating to economy
-
pertaining to an economy
-
frugal; economical; not extravagant