Teller: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

teller:
- counter; rev counter; numerator
Wiktionary:
- teller → numerator, meter, clock
- teller → numerator

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

teller:
- caissière; kassajuffrouw
Wiktionary:
- teller → bankbediende

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor teller (Nederlands) in het Engels

teller:

teller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de teller (mens of meter)
the counter
– a calculator that keeps a record of the number of times something happens ¹
- counter [the ~] zelfstandig naamwoord
the rev counter
- rev counter [the ~] zelfstandig naamwoord
de teller (breuken)
the numerator
- numerator [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor teller:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
counter	mens of meter; teller	aanrecht; balie; bezoekersteller; counter; toog; toonbank
numerator	breuken; teller
rev counter	mens of meter; teller	toerenteller

Verwante woorden van "teller":

tellers, tellertje, tellertjes

Wiktionary: teller

teller

noun

het getal boven de streep van een breuk
- teller → numerator

teller

noun

in a fraction
- numerator → teller
measuring instrument
- meter → meter; teller
odometer
- clock → teller; kilometerteller

Cross Translation:

From	To	Via
• teller	→ numerator	↔ Zähler — Mathematik: im Bruch die Zahl über dem Bruchstrich

Computer vertaling door derden:

Engels

Uitgebreide vertaling voor teller (Engels) in het Nederlands

teller:

teller [the ~] zelfstandig naamwoord

the teller (cashier; cash girl)
de caissière; kassajuffrouw
- caissière [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kassajuffrouw [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor teller:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caissière	cash girl; cashier; teller
kassajuffrouw	cash girl; cashier; teller
-	bank clerk; cashier; narrator; storyteller; vote counter

Verwante woorden van "teller":

tellers

Synoniemen voor "teller":

Teller; Edward Teller; nuclear physicist
vote counter; official; functionary
cashier; bank clerk; banker
narrator; storyteller; speaker; talker; utterer; verbalizer; verbaliser

Verwante definities voor "teller":

someone who tells a story¹
an employee of a bank who receives and pays out money¹
an official appointed to count the votes (especially in legislative assembly)¹

Wiktionary: teller

teller

noun

bank clerk who receives and pays out money
- teller → bankbediende

Teller:

Vertaal Matrix voor Teller:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Edward Teller

Verwante definities voor "Teller":

United States physicist (born in Hungary) who worked on the first atom bomb and the first hydrogen bomb (1908-2003)¹

Computer vertaling door derden:

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: teller

Uitgebreide vertaling voor teller (Nederlands) in het Engels

teller:

teller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de teller (mens of meter)

de teller (breuken)

Vertaal Matrix voor teller:

Verwante woorden van "teller":

Wiktionary: teller

Uitgebreide vertaling voor teller (Engels) in het Nederlands

teller:

teller [the ~] zelfstandig naamwoord

the teller (cashier; cash girl)

Vertaal Matrix voor teller:

Verwante woorden van "teller":

Synoniemen voor "teller":

Verwante definities voor "teller":

Wiktionary: teller

Teller:

Vertaal Matrix voor Teller:

Verwante definities voor "Teller":

Verwante vertalingen van teller