Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor big (Nederlands) in het Engels
big:
-
de big (jong varken)
Vertaal Matrix voor big:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
piglet | big; jong varken | biggetje; kleine big; varkentje |
pigling | big; jong varken |
Verwante woorden van "big":
Wiktionary: big
big
Cross Translation:
noun
-
een jong van het varken
- big → piglet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• big | → piglet | ↔ Ferkel — Junges des Hausschweins |
• big | → boar piglet; shoat | ↔ Frischling — Jägersprache: Wildschwein, das höchstens ein Jahr alt ist |
• big | → piglet | ↔ cochonnet — Petit cochon |
• big | → piglet | ↔ goret — éleva|fr jeune cochon ; porcelet. note Il est parfois employé comme synonyme de cochon. |
Verwante vertalingen van big
Engels
Uitgebreide vertaling voor big (Engels) in het Nederlands
big:
-
big (great; large; vast; tall)
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1 -
big
breed; uit de kluiten gewassen; fors-
breed bijvoeglijk naamwoord
-
uit de kluiten gewassen bijvoeglijk naamwoord
-
fors bijvoeglijk naamwoord
-
-
big (broad-shouldered; broad)
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1 -
big (vuluminous; large)
– above average in size or number or quantity or magnitude or extent 1 -
big (considerable; enormous; substantial; remarkable; conspicuous; notable; great; striking; respectable; vast; large; tall)
behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink-
behoorlijk bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
enorm bijvoeglijk naamwoord
-
beduidend bijvoeglijk naamwoord
-
aanmerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
fors bijvoeglijk naamwoord
-
flink bijvoeglijk naamwoord
-
-
big (at large extent; enormous; vast; great; tall)
groots; grootschalig; reuze-
groots bijvoeglijk naamwoord
-
grootschalig bijvoeglijk naamwoord
-
reuze bijvoeglijk naamwoord
-