Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- attest:
-
Wiktionary:
- attest → certificate
- attest → witness, character, mark, sign, proof, token, evidence, certificate, testimony, certification, reference, deposition
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- attest:
-
Wiktionary:
- attest → attesteren
- attest → certificeren, getuigen, aantonen, adstrueren, bewijzen, staven, uitwijzen, waarmaken
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor attest (Nederlands) in het Engels
attest:
-
het attest (bewijs; briefje)
-
het attest (gezondheidsattest; medisch attest)
Vertaal Matrix voor attest:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
certificate | attest; bewijs; briefje | acte; akte; beveiligingscertificaat; bewijsstuk; brevet; bul; certificaat; charter; digitaal certificaat; diploma; getuigschrift; licentie; oorkonde; referentie; universiteitsdiploma |
certificate of good health | attest; gezondheidsattest; medisch attest | |
note | attest; bewijs; briefje | aantekening; bankbiljet; briefje; intonatie; kattebelletje; kladbriefje; kladje; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; krabbel; krabbelbriefje; muzieknoot; noot; notitie; opschrijving; papiergeld; schrijfsel; timbre; toon; zakelijke notitie |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
note | boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen |
Verwante woorden van "attest":
Wiktionary: attest
attest
Cross Translation:
noun
attest
-
schriftelijk bewijs
- attest → certificate
noun
-
a document containing a certified statement
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• attest | → witness; character; mark; sign; proof; token; evidence; certificate; testimony; certification; reference; deposition | ↔ témoignage — action de témoigner ; rapport d’un ou de plusieurs témoins sur un fait, soit de vive voix, soit par écrit. |
Verwante vertalingen van attest
Engels
Uitgebreide vertaling voor attest (Engels) in het Nederlands
attest:
-
to attest (testify; bear witness; take the stand)
– give testimony in a court of law 1
Conjugations for attest:
present
- attest
- attest
- attests
- attest
- attest
- attest
simple past
- attested
- attested
- attested
- attested
- attested
- attested
present perfect
- have attested
- have attested
- has attested
- have attested
- have attested
- have attested
past continuous
- was attesting
- were attesting
- was attesting
- were attesting
- were attesting
- were attesting
future
- shall attest
- will attest
- will attest
- shall attest
- will attest
- will attest
continuous present
- am attesting
- are attesting
- is attesting
- are attesting
- are attesting
- are attesting
subjunctive
- be attested
- be attested
- be attested
- be attested
- be attested
- be attested
diverse
- attest!
- let's attest!
- attested
- attesting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor attest:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
getuigen | witnesses | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
getuigen | attest; bear witness; take the stand; testify | appear as a witness; bear testimony; bear witness; give evidence; testify; testify to |
- | certify; demonstrate; evidence; manifest | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | certify |
Synoniemen voor "attest":
Verwante definities voor "attest":
Wiktionary: attest
attest
Cross Translation:
verb
-
to affirm to be correct, true, or genuine
- attest → attesteren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• attest | → certificeren; getuigen | ↔ attester — certifier un fait, soit de vif voix, soit par écrit. |
• attest | → aantonen; adstrueren; bewijzen; staven; uitwijzen; waarmaken; certificeren; getuigen | ↔ démontrer — prouver d’une manière évidente et convaincante. |
• attest | → certificeren; getuigen | ↔ témoigner — porter témoignage, servir de témoin. |