Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verwijderd (Nederlands) in het Engels

verwijderd:

verwijderd bijvoeglijk naamwoord

  1. verwijderd (weggehaald)
    removed; distant; remote

Vertaal Matrix voor verwijderd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distant verwijderd; weggehaald afstandelijk; koel; koud; ver; veraf; verafgelegen
remote verwijderd; weggehaald afgelegen; extern; ver; veraf; verafgelegen
removed verwijderd; weggehaald

Wiktionary: verwijderd

verwijderd
adjective
  1. at a distance

Cross Translation:
FromToVia
verwijderd far; away; forth; off; yonder; afar loin — Se trouvant à une grande distance (sens général)
verwijderd distant; faraway; far; remote lointain — Qui est fort éloigné du lieu où l’on est ou dont on parle

verwijderen:

verwijderen werkwoord (verwijder, verwijdert, verwijderde, verwijderden, verwijderd)

  1. verwijderen (afnemen; ecarteren; weghalen; )
    to remove
    • remove werkwoord (removes, removed, removing)
  2. verwijderen (vertrekken; weggaan; wegtrekken; )
    to depart; to leave; to take off; to go away
    • depart werkwoord (departs, departed, departing)
    • leave werkwoord (leaves, left, leaving)
    • take off werkwoord (takes off, took off, taking off)
    • go away werkwoord (goes away, went away, going away)
  3. verwijderen
    to delete
    – To eliminate text, a file, or part of a document with the intention of removing the information permanently. 1
    • delete werkwoord (deletes, deleted, deleting)
  4. verwijderen
    to discard
    – To remove something. 1
    • discard werkwoord (discards, discarded, discarding)
  5. verwijderen
    the pruning
    – A process that removes unavailable printers from Active Directory. A program running on the domain controller periodically checks for orphaned printers (printers that are offline or powered down) and deletes the printer objects of the printers it cannot find. 1
    • pruning [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. verwijderen
    to drop
    – To remove an association or connection. 1
    • drop werkwoord (drops, dropped, dropping)
  7. verwijderen
    to discard
    – To remove a file from the Microsoft Office Document Cache without deleting it on the server. 1
    • discard werkwoord (discards, discarded, discarding)
  8. verwijderen
    to dismiss
    – To reject or turn off a system notification such as a reminder, a new message alert or an alarm. 1
    • dismiss werkwoord (dismisss, dismissed, dismissing)
  9. verwijderen (installatie ongedaan maken)
    deinstall; uninstall
    – When referring to software, to remove program files and folders from the hard disk and remove related data from the registry so the software or solution is no longer available. 1

Conjugations for verwijderen:

o.t.t.
  1. verwijder
  2. verwijdert
  3. verwijdert
  4. verwijderen
  5. verwijderen
  6. verwijderen
o.v.t.
  1. verwijderde
  2. verwijderde
  3. verwijderde
  4. verwijderden
  5. verwijderden
  6. verwijderden
v.t.t.
  1. heb verwijderd
  2. hebt verwijderd
  3. heeft verwijderd
  4. hebben verwijderd
  5. hebben verwijderd
  6. hebben verwijderd
v.v.t.
  1. had verwijderd
  2. had verwijderd
  3. had verwijderd
  4. hadden verwijderd
  5. hadden verwijderd
  6. hadden verwijderd
o.t.t.t.
  1. zal verwijderen
  2. zult verwijderen
  3. zal verwijderen
  4. zullen verwijderen
  5. zullen verwijderen
  6. zullen verwijderen
o.v.t.t.
  1. zou verwijderen
  2. zou verwijderen
  3. zou verwijderen
  4. zouden verwijderen
  5. zouden verwijderen
  6. zouden verwijderen
diversen
  1. verwijder!
  2. verwijdert!
  3. verwijderd
  4. verwijderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verwijderen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verwijderen (wegnemen)
    the removing; the amputating

Vertaal Matrix voor verwijderen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amputating verwijderen; wegnemen afzetten; amputatie; amputeren; wegnemen
depart heengaan; vertrekken
drop borrel; drop; dropping; druppel; neut; oorlam; staande receptie; valhoogte
leave heengaan; snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd; vertrekken
pruning verwijderen
remove afnemen; afstoffen; afwissen
removing verwijderen; wegnemen afzetten; amputatie; amputeren; elimineren; uitnemen; wegnemen; wegwerken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deinstall installatie ongedaan maken; verwijderen
delete verwijderen doorhalen; schrappen; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen
depart afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken afreizen; afsteken; afvaren; gaan; heengaan; opbreken; opstappen; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren
discard verwijderen afdanken; afschaffen; ecarteren; ontdoen; zich van iets ontdoen
dismiss verwijderen aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; afzien van rechtsvervolging; congé geven; dwingen ontslag te nemen; eruit gooien; ontheffen; ontslaan; seponeren; uitsturen; van zich afzetten; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden
drop verwijderen afdruipen; afsmijten; afwerpen; afzetten; afzien van rechtsvervolging; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; flikkeren; inkrimpen; kelderen; kiepen; kieperen; krimpen; laten uitstappen; lazeren; omlaagstorten; ontheffen; ontslaan; seponeren; sijpelen; slinken; tuimelen; uitdruppelen; uitsturen; vallen; verzenden; weglaten; wegsturen; wegzenden; zakken
go away afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken gaan; heengaan; inrukken; opbreken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; opstappen; vertrekken; weggaan
leave afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken afgeven; afleveren; afreizen; afsteken; afvaren; bestellen; bezorgen; brengen; gaan; heengaan; in de steek laten; opbreken; opstappen; overhandigen; overlaten; thuisbezorgen; uitgaan; verdwijnen; verlaten; vertrekken; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren; zich verwijderen
remove afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken aanrekenen; aanwrijven; afdoen; afhandelen; afnemen; afscheiden; afstoffen; afvoeren; beslechten; dalen; declineren; demonteren; disloqueren; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; lozen; minder worden; minderen; ontmantelen; onttakelen; ontzetten; reinigen; roeren; schoonmaken; schoonpoetsen; stoffen; tanen; teruggaan; twist uit de weg ruimen; uit de macht ontzetten; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uithalen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; verhuizen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervallen; vervoeren; verzetten; wegleiden; wegvoeren; zuiveren
take off afreizen; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken aanbreken; aanvangen; afdoen; afhandelen; afreizen; afsteken; afvaren; beginnen; beslechten; de hoogte ingaan; een begin nemen; heengaan; in de lucht omhoogstijgen; intreden; inzetten; kopiëren; nabootsen; namaken; omhoogkomen; ontkleden; op gang komen; opstijgen; opvliegen; starten; stijgen; twist uit de weg ruimen; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van start gaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken; wegvaren
uninstall installatie ongedaan maken; verwijderen installatie ongedaan maken

Antoniemen van "verwijderen":


Verwante definities voor "verwijderen":

  1. weghalen of laten verdwijnen2
    • de dokter heeft een stukje ijzer uit haar hand verwijderd2

Wiktionary: verwijderen

verwijderen
verb
  1. weghalen
  2. zich verwijderen
verwijderen
verb
  1. to eliminate
  2. to eject, remove, dismiss
  3. move away
  4. -
  5. to take away

Cross Translation:
FromToVia
verwijderen skin; strip abisolieren — die Isolierung von einem elektrischen Leiter entfernen
verwijderen remove; dispose beseitigen — etwas beiseite schaffen; etwas entfernen
verwijderen extinguish; put out löschen — ein Feuer vernichten
verwijderen get rid of; abolish; delete; annul; nullify supprimer — Traductions à trier suivant le sens
verwijderen remove; distance éloigner — Écarter une chose ou une personne d’une autre. (Sens général).
verwijderen take away; get out; take off; take; remove ôtertirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.