Dimensie: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

dimensie:
- dimension; size; extent; measure; circumference
Wiktionary:
- dimensie → dimension
- dimensie → cut, height, stature, figure, waist, size, measure, measurement, bulk, dimension, breadth, scale, scope, extent, range

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dimensie (Nederlands) in het Engels

de dimensie (grootte; mate; omvang; maat; afmeting; formaat)

– afmeting ¹
the dimension; the size; the extent; the measure; the circumference
- dimension [the ~] zelfstandig naamwoord
- size [the ~] zelfstandig naamwoord
- extent [the ~] zelfstandig naamwoord
- measure [the ~] zelfstandig naamwoord
- circumference [the ~] zelfstandig naamwoord
de dimensie
the dimension
– A structural attribute of a cube that organizes data into levels. For example, a Geography dimension might include the members Country, Region, State or Province, and City. ²
- dimension [the ~] zelfstandig naamwoord
de dimensie
the dimension
– An attribute that further defines an entity. ²
- dimension [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
circumference	afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang	cirkelomtrek; omtrek; vorm
dimension	afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang
extent	afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang	gebied; kwantiteit; mate; omvang
measure	afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang	beslissing; gematigdheid; ingetogenheid; maatbeker; maateenheid; maatregel; maatstaf; matigheid; norm; raadsbesluit; schikking; standaard; stemmigheid; voorziening
size	afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang	aantal; figuur; gedaante; gestalte; grootte in de ruimte; hoeveelheid; inhoud; kwantiteit; lichaamspostuur; postuur; volume; vorm
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
measure		diepte bepalen; meten; opmeten; peilen
size		grootte wijzigen

dimensie

noun

dimensie

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• dimensie	→ cut; height; stature; figure; waist; size; measure; measurement; bulk; dimension; breadth; scale; scope; extent; range	↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Computer vertaling door derden:

Remove Ads