Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beknibbelen (Nederlands) in het Engels
beknibbelen:
Conjugations for beknibbelen:
o.t.t.
- beknibbel
- beknibbelt
- beknibbelt
- beknibbelen
- beknibbelen
- beknibbelen
o.v.t.
- beknibbelde
- beknibbelde
- beknibbelde
- beknibbelden
- beknibbelden
- beknibbelden
v.t.t.
- heb beknibbeld
- hebt beknibbeld
- heeft beknibbeld
- hebben beknibbeld
- hebben beknibbeld
- hebben beknibbeld
v.v.t.
- had beknibbeld
- had beknibbeld
- had beknibbeld
- hadden beknibbeld
- hadden beknibbeld
- hadden beknibbeld
o.t.t.t.
- zal beknibbelen
- zult beknibbelen
- zal beknibbelen
- zullen beknibbelen
- zullen beknibbelen
- zullen beknibbelen
o.v.t.t.
- zou beknibbelen
- zou beknibbelen
- zou beknibbelen
- zouden beknibbelen
- zouden beknibbelen
- zouden beknibbelen
diversen
- beknibbel!
- beknibbelt!
- beknibbeld
- beknibbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor beknibbelen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
haggle | marchandering; onderhandeling | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
go short | beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen | gebrek hebben; nijpen |
haggle | beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen | afdingen; afpingelen; dingen; marchanderen; onderhandelen; pingelen; sjacheren |
pinch and scrape | beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen | gebrek hebben; kromliggen |
skimp | beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen | |
stint | beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen | |
whittle | beknibbelen; knibbelen; knijpen; schrapen |
Wiktionary: beknibbelen
beknibbelen
verb
-
To reduce or trim something (as if) by cutting off
-
to save; to be parsimonious or stingy