Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verzadigd (Nederlands) in het Engels
verzadigd:
-
verzadigd (volgegeten; vol)
-
verzadigd (vol)
-
verzadigd (voldaan; tevreden; bevredigd; vergenoegd; genoeg)
satisfied; fullfilled; satiated; contented-
satisfied bijvoeglijk naamwoord
-
fullfilled bijvoeglijk naamwoord
-
satiated bijvoeglijk naamwoord
-
contented bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verzadigd:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
contented | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan | gelukkig; tevreden; vergenoegd; voldaan |
satiated | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan | oververzadigd |
satisfied | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; vol; voldaan; volgegeten | blij; blijgestemd; blijmoedig; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; vrolijk |
stuffed | verzadigd; vol; volgegeten | gevuld; opgevuld; vol; volgepropt; volgestopt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
full | verzadigd; vol; volgegeten | afgeladen; gevuld; klankrijk; kompleet; opgevuld; plenair; sonoor; vol; volgestopt; voltallig |
fullfilled | bevredigd; genoeg; tevreden; vergenoegd; verzadigd; voldaan | |
sated | verzadigd; vol; volgegeten |
verzadigd vorm van verzadigen:
-
verzadigen (verzadigd maken)
-
verzadigen (zich de buik vol eten)
Conjugations for verzadigen:
o.t.t.
- verzadig
- verzadigt
- verzadigt
- verzadigen
- verzadigen
- verzadigen
o.v.t.
- verzadigde
- verzadigde
- verzadigde
- verzadigden
- verzadigden
- verzadigden
v.t.t.
- heb verzadigd
- hebt verzadigd
- heeft verzadigd
- hebben verzadigd
- hebben verzadigd
- hebben verzadigd
v.v.t.
- had verzadigd
- had verzadigd
- had verzadigd
- hadden verzadigd
- hadden verzadigd
- hadden verzadigd
o.t.t.t.
- zal verzadigen
- zult verzadigen
- zal verzadigen
- zullen verzadigen
- zullen verzadigen
- zullen verzadigen
o.v.t.t.
- zou verzadigen
- zou verzadigen
- zou verzadigen
- zouden verzadigen
- zouden verzadigen
- zouden verzadigen
diversen
- verzadig!
- verzadigt!
- verzadigd
- verzadigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verzadigen:
Wiktionary: verzadigen
verzadigen
Cross Translation:
verb
verzadigen
-
(overgankelijk) tot bevrediging voeren, geheel aan een behoefte voldoen
- verzadigen → charge
verb
-
satiate
-
satisfy
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verzadigen | → saturate; drench; imbue; pervade; sate; steep | ↔ saturer — chimie|fr dissoudre dans un liquide la quantité maximale qu’il pouvoir absorber d’une substance. |
Computer vertaling door derden: