Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. terugslag:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor terugslag:
    • backlash, backfire, setback


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terugslag (Nederlands) in het Engels

terugslag:

terugslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de terugslag (terugstoot)
    the recoil; the rebound; the kick
    • recoil [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rebound [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kick [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de terugslag (tegenvaller; teleurstelling; fiasco; )
    the disappointment; the mishap; the comedown; the blow; the letdown
    • disappointment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mishap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • comedown [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • letdown [the ~] zelfstandig naamwoord

terugslag [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. terugslag (onheil; moeilijkheden; ongeluk; )
    the accident; the disaster; the adversity; the misery; the misfortune; the tribulation; the calamity; the trouble; the destitution; the bad luck; the squalor; the misère; the reverse; the evil

Vertaal Matrix voor terugslag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accident ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag ongeluk; ongeval; toeval; toevalligheid
adversity ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag behoeftigheid; ellende; malheur; moeilijkheden; nood; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
bad luck ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
blow fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag bluts; deuk; dreun; duw; duwtje; handslag; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; por; stoot; stootje; tik; toegebrachte klap; zet
calamity ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag calamiteit; catastrofe; ramp; rampspoed
comedown fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
destitution ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag armoede; behoeftigheid; ellende; gebrek; hulpbehoevendheid; nood; noodlijdendheid; noodwendigheid
disappointment fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
disaster ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag behoeftigheid; gevaar; nood; noodwendigheid; onheil; onheilsdreiging; ramp; rampspoed
evil ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
kick terugslag; terugstoot schop; schoppen; trap; voetbeweging
letdown fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
misery ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag ellende; kommer; kwel; leed; misère; moeilijkheden; pijn; problemen; sores; zorgen
misfortune ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag ellende; kommer; kwel; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
mishap fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
misère ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
rebound terugslag; terugstoot
recoil terugslag; terugstoot
reverse ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag achterkant; achterzijde; ellende; keerzijde; malheur; moeilijkheden; omgekeerde; ommezijde; onaangename zijde; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; rugzijde; tegendeel; tegenovergestelde; tegenslag; tegenspoed; terugslagen
squalor ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag ellende; kommer; kwel; misère
tribulation ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag
trouble ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag bemoeilijking; beroering; chaos; ellende; gedram; gehannes; gestuntel; gevaar; gezanik; gezeur; heksenketel; hinder; keet; knik; kommer; kwaal; kwel; lastigheid; malheur; misère; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onheilsdreiging; onraad; onrust; onspoed; opstootje; ordeverstoring; overlast; pech; puinhoop; ramp; rampspoed; regelloosheid; rel; roerigheid; rottigheid; slepende ziekte; stoornis; strubbeling; tegenslag; tegenspoed; terugslagen; wanorde; wanordelijkheid; zootje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blow 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
kick schoppen; trappen; trappen geven
rebound afstuiten; butsen; kaatsen; terugspringen; terugstuiten
recoil achteruitdeinzen; achteruitgaan; afstuiten; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
reverse converteren; herroepen; iets omdraaien; intrekken; omkeren; omzetten; terugkomen op; terugnemen; verwisselen; zijn woorden terugnemen
trouble lastig maken; lastigvallen; teisteren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reverse achteren; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
evil boosaardig; slecht

Verwante woorden van "terugslag":


Wiktionary: terugslag

terugslag
noun
  1. pushback from a fired firearm
  2. A violent oscillation or vibration.

Cross Translation:
FromToVia
terugslag consequence; consequent; conclusion conséquencesuite qu’une action ou un évènement peut avoir.
terugslag reaction; response réaction — physique|fr action d’un corps sur un autre qui agir ou vient d’agir sur lui.
terugslag repercussion répercussion — didactique|fr renvoi, réflexion (en parlant des sons, de la lumière, de la chaleur).