Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kaak (Nederlands) in het Engels
kaak:
-
de kaak (schandpaal)
-
de kaak (scheepsbeschuit)
Vertaal Matrix voor kaak:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cucking-stool | kaak; schandpaal | |
hard tack | kaak; scheepsbeschuit | |
pillory | kaak; schandpaal | |
ship's biscuit | kaak; scheepsbeschuit |
Verwante woorden van "kaak":
Verwante definities voor "kaak":
Wiktionary: kaak
kaak
Cross Translation:
noun
kaak
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kaak | → cheek | ↔ joue — Partie du visage |
• kaak | → jaw; jawbone | ↔ mâchoire — chacun des deux parties osseuses de la bouche dans lesquelles les dents enchâsser. |
• kaak | → pillory | ↔ pilori — roue, poteau ou pilier sur lequel on attachait un condamné pour l’exposer en public au mépris de tous. |
kaken:
-
kaken (vis kaken; uitsnijden)
to gut and cure
Conjugations for kaken:
o.t.t.
- kaak
- kaakt
- kaakt
- kaken
- kaken
- kaken
o.v.t.
- kaakte
- kaakte
- kaakte
- kaakten
- kaakten
- kaakten
v.t.t.
- heb gekaakt
- hebt gekaakt
- heeft gekaakt
- hebben gekaakt
- hebben gekaakt
- hebben gekaakt
v.v.t.
- had gekaakt
- had gekaakt
- had gekaakt
- hadden gekaakt
- hadden gekaakt
- hadden gekaakt
o.t.t.t.
- zal kaken
- zult kaken
- zal kaken
- zullen kaken
- zullen kaken
- zullen kaken
o.v.t.t.
- zou kaken
- zou kaken
- zou kaken
- zouden kaken
- zouden kaken
- zouden kaken
en verder
- is gekaakt
diversen
- kaak!
- kaakt!
- gekaakt
- kakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor kaken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cure | geneeskundige methode; geneeswijze | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cure | kaken; uitsnijden; vis kaken | beteren; cureren; genezen; gezond maken; gezond worden; helen; verduurzamen |
gut and cure | kaken; uitsnijden; vis kaken |
Verwante woorden van "kaken":
Computer vertaling door derden: