Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- happen:
- hap:
- Wiktionary:
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- happen:
-
Wiktionary:
- happen → gebeuren, afspelen, geschieden, overkomen, voorkomen, voorvallen
- happen → befall, gebeuren, opdraven, zich voordoen, komen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor happen (Nederlands) in het Engels
happen:
-
happen (toebijten; toehappen; dichtbijten; toesnauwen)
Conjugations for happen:
o.t.t.
- hap
- hapt
- hapt
- happen
- happen
- happen
o.v.t.
- hapte
- hapte
- hapte
- hapten
- hapten
- hapten
v.t.t.
- heb gehapt
- hebt gehapt
- heeft gehapt
- hebben gehapt
- hebben gehapt
- hebben gehapt
v.v.t.
- had gehapt
- had gehapt
- had gehapt
- hadden gehapt
- hadden gehapt
- hadden gehapt
o.t.t.t.
- zal happen
- zult happen
- zal happen
- zullen happen
- zullen happen
- zullen happen
o.v.t.t.
- zou happen
- zou happen
- zou happen
- zouden happen
- zouden happen
- zouden happen
diversen
- hap!
- hapt!
- gehapt
- happend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de happen
Vertaal Matrix voor happen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bite | aanbijten; hap; in een hap en een snap; knauw; mondvol; snap | |
bites | happen | beten; muggenbeten |
flesh-wounds | happen | |
snap | biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje | |
teeth punctures | happen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bite | dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen | snerpen |
rise to the bait | dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen | |
snap | dichtbijten; happen; toebijten; toehappen; toesnauwen | afbekken; afblaffen; afsnauwen; een knippend geluid maken; exploderen; fladderen; klappen; knakken; knappen; ontploffen; snauwen; springen; toesnauwen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitlijnen; wapperen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
snap | attractief; elegant; fraai; goed ogend; gracieus; knap; mooi; sierlijk; welgevallig |
Verwante woorden van "happen":
hap:
-
de hap
Vertaal Matrix voor hap:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bite | hap | aanbijten; in een hap en een snap; knauw; mondvol; snap |
mouthful | hap | mondvol |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bite | dichtbijten; happen; snerpen; toebijten; toehappen; toesnauwen |
Verwante woorden van "hap":
Verwante vertalingen van happen
Engels
Uitgebreide vertaling voor happen (Engels) in het Nederlands
happen:
-
to happen (occur; take place; arise)
-
to happen (occur; take place; pass)
-
to happen
Conjugations for happen:
present
- happen
- happen
- happens
- happen
- happen
- happen
simple past
- happened
- happened
- happened
- happened
- happened
- happened
present perfect
- have happened
- have happened
- has happened
- have happened
- have happened
- have happened
past continuous
- was happening
- were happening
- was happening
- were happening
- were happening
- were happening
future
- shall happen
- will happen
- will happen
- shall happen
- will happen
- will happen
continuous present
- am happening
- are happening
- is happening
- are happening
- are happening
- are happening
subjunctive
- be happened
- be happened
- be happened
- be happened
- be happened
- be happened
diverse
- happen!
- let's happen!
- happened
- happening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor happen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
voorkomen | appearance; disguise; exterior; façade; look; looks | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gebeuren | arise; happen; occur; pass; take place | occur |
geschieden | arise; happen; occur; take place | |
plaats hebben | arise; happen; occur; pass; take place | occur |
plaats vinden | arise; happen; occur; take place | |
toegaan | happen | |
voorkomen | happen; occur; pass; take place | meet with objections |
zich voordoen | happen; occur; pass; take place | announce |
- | bechance; befall; bump; chance; come about; encounter; fall out; find; go on; hap; materialise; materialize; occur; pass; pass off; take place | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
voorkomen | keep from; obstruct; prevent | |
- | occur |
Verwante woorden van "happen":
Synoniemen voor "happen":
Antoniemen van "happen":
Verwante definities voor "happen":
Wiktionary: happen
happen
Cross Translation:
verb
happen
-
to occur
- happen → gebeuren
verb
-
zich ~: gebeuren
-
plaatshebben, werkelijkheid worden
-
werkelijkheid worden
-
onscheidbaar 1. getroffen worden
-
soms gebeuren
-
(ergatief) bij verrassing of ongeluk gebeuren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• happen | → befall | ↔ overkomen — onscheidbaar 1. getroffen worden |
• happen | → gebeuren | ↔ geschehen — (intransitiv) sich ereignen; zutragen |
• happen | → gebeuren | ↔ passieren — Hilfsverb sein: geschehen, stattfinden |
• happen | → opdraven; zich voordoen | ↔ survenir — arriver inopinément ; venir tout à coup. |
• happen | → komen | ↔ venir — Traductions de venir |