Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. beteuterd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beteuterd (Nederlands) in het Engels

beteuterd:

beteuterd bijvoeglijk naamwoord

  1. beteuterd (sip; teleurgesteld; betrokken)
    disappointed; disillusioned; crestfallen; glum; down in the mouth; let down
  2. beteuterd (beduusd)
    dazed; taken aback; glum; dumbfounded; in a daze; crestfallen

Vertaal Matrix voor beteuterd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
let down afgang; echec; fiasco; flop; mislukking; misser; nederlaag; overwonnen-worden; verlies
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
let down afvallen; benadelen; dumpen; duperen; frustreren; laten vallen; laten zakken; ontgoochelen; tegenvallen; teleurstellen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crestfallen beduusd; beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld
dazed beduusd; beteuterd beduusd; getroffen; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd; verdoofd; verschrikt
disappointed beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld
disillusioned beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld
dumbfounded beduusd; beteuterd beduusd; getroffen; imposant; ontdaan; onthutst; ontsteld; ontzet; overbluft; overdonderd; overdonderend; overrompeld; overweldigend; paf; perplex; stomverbaasd; verbaasd; verbouwereerd
glum beduusd; beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
down in the mouth beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld
in a daze beduusd; beteuterd
let down beteuterd; betrokken; sip; teleurgesteld
taken aback beduusd; beteuterd

Verwante woorden van "beteuterd":

  • beteuterdheid, beteuterde

Wiktionary: beteuterd

beteuterd
adjective
  1. teleurgesteld