Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afmatten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afmatten (Nederlands) in het Engels

afmatten:

afmatten werkwoord (mat af, matte af, matten af, afgemat)

  1. afmatten (moe maken; uitputten; vermoeien; slopen)
    to fatigue; to wear out; to tire out
    • fatigue werkwoord (fatigues, fatigued, fatiguing)
    • wear out werkwoord (wears out, wore out, wearing out)
    • tire out werkwoord (tires out, tired out, tiring out)

Conjugations for afmatten:

o.t.t.
  1. mat af
  2. mat af
  3. mat af
  4. matten af
  5. matten af
  6. matten af
o.v.t.
  1. matte af
  2. matte af
  3. matte af
  4. matten af
  5. matten af
  6. matten af
v.t.t.
  1. heb afgemat
  2. hebt afgemat
  3. heeft afgemat
  4. hebben afgemat
  5. hebben afgemat
  6. hebben afgemat
v.v.t.
  1. had afgemat
  2. had afgemat
  3. had afgemat
  4. hadden afgemat
  5. hadden afgemat
  6. hadden afgemat
o.t.t.t.
  1. zal afmatten
  2. zult afmatten
  3. zal afmatten
  4. zullen afmatten
  5. zullen afmatten
  6. zullen afmatten
o.v.t.t.
  1. zou afmatten
  2. zou afmatten
  3. zou afmatten
  4. zouden afmatten
  5. zouden afmatten
  6. zouden afmatten
diversen
  1. mat af!
  2. mat af!
  3. afgemat
  4. afmattende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afmatten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afmatten (uitputten; vermoeien)
    the exhausting; the fatigueing; the wearing out

Vertaal Matrix voor afmatten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exhausting afmatten; uitputten; vermoeien
fatigue afmatting; moeheid; uitputting; vermoeidheid
fatigueing afmatten; uitputten; vermoeien
wearing out afmatten; uitputten; vermoeien afdragen; kleding afdragen; slijtage; slijten; slijting; verslijten; vlasoogst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fatigue afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien vermoeid raken
tire out afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien wegslijten
wear out afmatten; moe maken; slopen; uitputten; vermoeien afbreken; afdragen; afslijten; afslijten door erop te zitten; aftrappen; afzitten; ruineren; slijten; slopen; vernielen; vernietigen; verslijten; verteren; verwoesten; wegslijten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exhausting moeizaam

Wiktionary: afmatten

afmatten
verb
  1. (overgankelijk) uitputtend vermoeien

Cross Translation:
FromToVia
afmatten enfeeble exténueraffaiblir extrêmement par la maladie, la fatigue ou les excès.
afmatten harass harasserfatiguer à l’excès, éreinter, harceler.