Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opschrift:
  2. op schrift:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opschrift (Nederlands) in het Engels

opschrift:

opschrift [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het opschrift (titel)
    the heading; the title; the caption
    • heading [the ~] zelfstandig naamwoord
    • title [the ~] zelfstandig naamwoord
    • caption [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het opschrift (inscriptie)
    the inscription; the engravement

Vertaal Matrix voor opschrift:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caption opschrift; titel bijschrift; legenda; onderschrift; randschrift; tekst van bijschrift; titelbalk
engravement inscriptie; opschrift
heading opschrift; titel aansturing; hoofden; koppen; richting
inscription inscriptie; opschrift bijschrift; legenda; onderschrift
title opschrift; titel aanduiding; aanspraak; benaming; benoeming; boektitel; graad; grammaticaal predikaat; predikaat; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel; waardigheidstitel; wetenschappelijke graad

Wiktionary: opschrift

opschrift
noun
  1. title or brief explanation attached to an illustration or cartoon
  2. descriptive title or heading of (part of) a document

op schrift:

op schrift bijvoeglijk naamwoord

  1. op schrift (contractueel)
    contractual; by contract; in writing
  2. op schrift (zwart op wit)
    in black and white; in writing; written down; by contract

Vertaal Matrix voor op schrift:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contractual contractueel; op schrift
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
by contract contractueel; op schrift; zwart op wit
in black and white op schrift; zwart op wit
in writing contractueel; op schrift; zwart op wit
written down op schrift; zwart op wit