Flux: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide vertaling voor flux (Engels) in het Nederlands

the flux
het smeltmiddel
- smeltmiddel [het ~] zelfstandig naamwoord
the flux (flow-control agent)
vloeimiddel
- vloeimiddel [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
smeltmiddel	flux
vloeimiddel	flow-control agent; flux
-	flux density; fluxion; magnetic field; magnetic flux; state of flux
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	flow; liquefy; liquify

rate
fluxion; flow; flowing
chemical; chemical substance
pathology
state of flux; state
magnetic field; magnetic flux; field; field of force; force field
flux density; concentration; density; denseness; tightness; compactness
change
flow; move
liquefy; liquify; change integrity
blend; mix; conflate; commingle; immix; fuse; coalesce; meld; combine; merge; mix up

in constant change¹
- his opinions are in flux¹
- the newness and flux of the computer industry¹
(physics) the number of changes in energy flow across a given surface per unit area¹
a flow or discharge¹
the lines of force surrounding a permanent magnet or a moving charged particle¹
a state of uncertainty about what should be done (usually following some important event) preceding the establishment of a new direction of action¹
- the flux following the death of the emperor¹
excessive discharge of liquid from a cavity or organ (as in watery diarrhea)¹
a substance added to molten metals to bond with impurities that can then be readily removed¹
the rate of flow of energy or particles across a given surface¹
become liquid or fluid when heated¹
move or progress freely as if in a stream¹

flux

noun

A state of ongoing change
- flux → voortdurende wijziging
A chemical agent for cleaning metal prior to soldering or welding
- flux → flux; vloeimiddel

flux

noun

stroom
- flux → flux
aantal krachtlijnen dat loodrecht door een oppervlakte-eenheid gaat
- flux → flux